Staking zeelieden voorbij
Politieagenten en militairen bewaken het Mariniersplein op Kattenburg in Amsterdam tijdens de zeelieden- en bootwerkersstaking in verband met de ernstige onlusten.
AMSTERDAM, 9 augustus - De stakende zeelieden hebben besloten weer aan het werk te gaan, hoewel de werkgevers op geen enkel punt op hun eisen zijn ingegaan. Hiermee is een eind gekomen aan een arbeidsconflict, dat tot grote onrust en geweld heeft geleid. Op 14 juni braken er in Amsterdam en Rotterdam, als onderdeel van een internationaal actieplan, stakingen uit onder de zeelieden in Amsterdam en Rotterdam. In de Maasstad, waar een groot deel van de stakers lid was van de NVV-bond ‘De Volharding’, bereikten de werkgevers en de bond op 1 juli een akkoord: de lonen zouden worden verhoogd en de werkgevers verklaarden zich bereid een driejarig contract te tekenen, daarmee de bond min of meer officieel als gesprekspartner erkennend.
In Amsterdam behoorde het merendeel van de stakers tot de ‘Algemene Nederlandsche Zeeliedenbond’, die bij het NAS is aangesloten. De onafhankelijke bond ‘Recht en Plicht’ van scheeps- en bootwerkers sloot zich uit solidariteit bij de stakende zeelieden aan. De onrust in de haven groeide, en in de nacht van 5 op 6 juli kwam het op Kattenburg tot een uitbarsting. Stakers bekogelden politieagenten die een werkwillige begeleidden, met stenen en dakpannen. Lantaarns werden kapotgesmeten, overal braken gevechten uit. Politie en marechaussee openden het vuur op de actievoerders; dertien van hen werden gewond, van wie drie ernstig. Omdat er vanuit de huizen geschoten zou zijn, verrichtte de politie een aantal huiszoekingen. De volgende dag werd Kattenburg door het gezag geheel van de rest van de stad afgesloten.
De ernstige onlusten leidden ertoe, dat er diverse bemiddelingspogingen op gang kwamen, onder anderen van minister Talma.
De leden van ‘Recht en Plicht’, die al eerder een kleine loonsverhoging toegezegd hadden gekregen, maar die hun staking uit solidariteit met de zeelieden hadden voortgezet, besloten op 26 juli weer aan het werk te gaan. Daardoor stonden de zeelieden geheel alleen; terwijl hun collega's in het buitenland vrijwel overal een akkoord hadden bereikt met de reders, slaagden zij in Amsterdam daarin niet.
Het NVV heeft van het begin af de staking in Amsterdam veroordeeld hetgeen tot spanningen binnen de SDAP heeft geleid; de socialisten besloten uiteindelijk de NVV-lijn te volgen. Het NAS beschuldigt NVV en SDAP van ‘verraad aan de arbeidersklasse’.
Politievertoon op Kattenburg.