Lintjeskwestie in doofpot
DEN HAAG, 25 mei - De Tweede Kamer heeft met 49 tegen 31 stemmen het voorstel van SDAP-leider Troelstra om een parlementaire enquête in te stellen naar de ‘lintjeskwestie’, verworpen. Troelstra wilde zien uitgezocht of AR-leider Kuyper in 1903 als minister-president tegen een geldelijke beloning had gezorgd voor een koninklijke onderscheiding voor de Amsterdamse zakenman R. Lehman. Tegen het voorstel van Troelstra werden door de rechterzijde zowel juridische als opportunistische bezwaren ingebracht. Betoogd werd dat de Enquêtewet geen onderzoek toelaat naar gedragingen van niet meer in functie zijnde ministers. Bovendien achtte men het raadzaam de zaak verder te laten rusten, nu Kuypers politieke loopbaan door deze affaire definitief lijkt afgebroken.
De stemming in de Tweede Kamer verliep langs de rechts-linksscheiding; alleen de liberaal Thomson stemde met de rechterzijde mee. De liberaal De Beaufort, bij de stemming niet aanwezig, zou eveneens tegen het enquêtevoorstel hebben gestemd; niet omdat hij Kuyper onschuldig achtte, maar omdat hij geen lust had ‘in het slijk te wroeten’.
De ‘lintjeskwestie’ is nog in behandeling bij een op verzoek van Kuyper ingestelde ‘Ereraad’, bestaande uit de vice-president van de Raad van State, een lid van de Eerste en een lid van de Tweede Kamer.