Idenburg volgt Van Heutsz in Indië op
Een militaire compagnie in Makassar, die eerder op Celebes is ingezet ‘ter bevordering van de onderwerping en pacificatie’.
DEN HAAG, 20 augustus - Minister van Koloniën A.W.F. Idenburg is benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië. Nog dit jaar zal hij het bestuur van gouverneur-generaal Van Heutsz overnemen. Idenburg, lid van de AR, heeft al een langdurige loopbaan in het koloniaal bestuur achter de rug. In 1882 ging hij als tweede luitenant naar Indië, waar hij tot 1901 in het leger diende, laatstelijk als adjudant van de commandant van het Indische leger en chef van diens kabinet.
In 1901 vertrok hij met ziekteverlof naar Nederland, waar hij met hulp van AR-leider Abraham Kuyper in het district Gouda werd gekozen als lid van de Tweede Kamer. In 1902 volgde hij de overleden minister van Koloniën Van Asch van Wijck op. Als minister was Idenburg de vormgever van de ‘ethische politiek’ van Kuyper: ‘het koloniale beheer mag niet egoîstisch zijn en dient als eerste doel te hebben de verheffing van de inlander’.
In 1905 werd Idenburg benoemd tot gouverneur-generaal van Suriname. Hij bevorderde daar de tropische landbouw, trad op tegen het opiumgebruik en het misbruik van sterke drank en stelde een verplichte zondagsrust in. In 1908 werd hem gevraagd opnieuw minister van Koloniën te worden; hij voelde daar weinig voor, maar een persoonlij k telegram van koningin Wilhelmina trok hem over de streep.
Het is al ruim veertig jaar niet meer voorgekomen, dat een minister tot gouverneur-generaal werd benoemd. In 1866 leidde de benoeming van minister Mijer tot gouverneur-generaal tot een nederlaag van de regering, die daarop de Tweede Kamer ontbond. Van enige politieke opwinding is nu echter geen sprake: iedereen is het erover eens, dat Idenburg de enige goede kandidaat voor het ambt van gouverneur-generaal is.