Eerste Elfstedentocht
LEEUWARDEN, 2 januari - In 13 uur en 50 minuten heeft Minne Hoekstra de eerste Elfstedentocht volbracht. De latere dominee beklaagde zich na de ruim 200 km over het verlies van zijn lorgnet, waardoor hij slecht zicht had op het kruiende ijs.
De Elfstedentocht, de ‘Alvesteddetocht’ in het Fries, voerde langs elf steden in Friesland en werd in 1890 bedacht door Pim Mulier. De bezeten sportman, telg uit het geslacht van de Friese Haitsma Muliers, introduceerde in Nederland al voetbal, hockey en atletiek.
Op 21 december 1890 waagde hij zich aan een schaatstocht door Friesland, van Leeuwarden via Harlingen en Staveren naar Sneek en weer terug naar Leeuwarden. Onderweg liet hij de tijd en de plaats van doorkomst door allerlei mensen aftekenen. Na 12 uur en 55 minuten meldde hij zich weer in hotel Weidema, alwaar hij was afgereisd met een nota in zijn zak als bewijs van zijn vertrek uit Leeuwarden.
Daarmee was de stoot gegeven tot de wedstrijdtocht. Vandaag organiseerde de Friese IJsbond de eerste Elfstedentocht, met 48 aanmeldingen. Op de trekvaart tussen Sneek en Leeuwarden scheidden zich drie man af: Van der Ley, Hoekstra en luitenant Rooseboom. Hoekstra stelde voor gezamenlijk kalm op te rijden naar de eindstreep, maar met name Rooseboom wilde niets weten van een akkoord. Kort daarop ontsnapte Hoekstra, die in Leeuwarden arriveerde met drie minuten voorsprong op Van der Ley en zes minuten op Rooseboom. De Fries Hoekstra uit Warga had het niet begrepen op de toespraakjes van burgemeesters langs de lange route. ‘Dat kostte ons alleen maar tijd’, mopperde de winnaar.
Groep deelnemers aan de Elfstedentocht die zaterdagochtend om 5 uur uit Leeuwarden vertrok. De tocht werd uitgeschreven door de Nederlandsche Bond voor Lichamelijke Opvoeding, onder leiding van de ‘Frieschen IJsbond’. Winnaar van de grote verguld zilveren medaille was Hoekstra (5), uit Warga. Van der Ley (6) uit Marrum kwam als tweede aan en luitenant Roozeboom (7) als derde.