Eerste radioprogramma
De Deense ingenieur Valdeman Poulsen in zijn laboratorium.
NEW YORK, 24 december - De Amerikaanse natuurkundige Reginald A. Fessenden is erin geslaagd het geluid van de menselijke stem draadloos over te seinen. Fessenden demonstreerde ook dat het mogelijk is muziek draadloos over te brengen.
Rond de eeuwwisseling heeft Marconi al laten zien dat het mogelijk is signalen zonder tussenkomst van een draad over grote afstanden te transporteren. Daarvoor maakte hij gebruik van een zogenaamde ‘vonkzender’, die alleen kortdurende signalen, zoals morseseinen, kon overbrengen.
Vier uitvinders hebben aan de wieg van de huidige ontwikkeling gestaan. In 1902 ontwikkelde de Deen Poulsen de booglamp. In 1904 vond Ambrose Fleming de elektronenbuis uit. Dit ‘thermionisch ventiel’, zoals Fleming het noemde, bestond uit een vacuüm gezogen glazen peer waarin zich twee elektroden bevonden. Door een van de twee, de kathode, te verhitten en een spanning aan te leggen, kwam er een elektronenstroom door de buis op gang.
De Wener Robert von Lieben plaatste een derde elektrode in de buis. Dit geperforeerde rooster werd tussen de kathode en de anode geplaatst. Door een signaal, bijvoorbeeld het geluidssignaal van een telefoon, op dit rooster te zetten, ging de elektronenstroom variëren in het tempo van het signaal. Met andere woorden: het van oorsprong zwakke signaal wordt versterkt.
Lee de Forest verbeterde de triode voor het gebruik als versterker, waarmee de voorwaarde voor Fessendens demonstraties werd geschapen, en de ‘radiolamp’ zoals de triode wel wordt genoemd, werd geboren.