Olympische Spelen lopen uit op fiasco
Een wedstrijd tonnenspringen stond ook op het programma van de Spelen.
ST. LOUIS, 23 november - Pierre baron de Coubertin heeft de Spelen voor 1904 persoonlijk vergeven aan Amerika. Hij verwachtte een groot enthousiasme in dat land. Voor de organisatie had hij Chicago op het oog, maar de Amerikaanse president Theodore Roosevelt verkoos St. Louis, vanwege een internationale beurs in deze zuidelijke stad.
Het bleek een lelijke vergissing. St. Louis rotzooide zo mogelijk nog meer aan dan Parijs in 1900. De Zomerspelen duurden ook nu veel te lang (van 1 juli tot vandaag). De organisatie flopte debaculeus.
Amerika eiste bijna alle gouden medailles op: tachtig in totaal bedroeg de oogst, met Duitsland en Cuba als heel verre achtervolgers (vijfmaal goud). Nederland en België ontbraken aan de overzijde van de oceaan, zoals veel meer landen. Slechts twaalf naties deden mee, een laagterecord in de geschiedenis van de Spelen. In 1896 in Athene waren er nog altijd dertien deelnemende landen. Ook de marathon verliep verre van vlekkeloos.
Na drie uur en dertien minuten overschreed Fred Lorz uit New York als eerste de eindstreep in het juichende stadion. De Amerikaan kreeg de gouden plak en de krans uit handen van Alice Roosevelt, dochter van de president. Na drie uur en bijna 29 minuten finishte de Amerikaan Thomas Hick, die bij hoog en bij laag beweerde de enige winnaar te kunnen zijn van de marathon. Protesteren hielp, want Lorz bekende elf mijl in een auto te hebben afgelegd. Hij vond het wel een geslaagde grap, maar de autoriteiten schorsten de man voor het leven. Winnaar Hick was gedurende de martelende tocht in de hitte vijf kilo kwijtgeraakt en arriveerde half dronken in het stadion. Met cognac was hij door zijn volgers op de been gehouden.