Van Heutsz G-G van Indië
Opstandige Atjehers gereed voor de strijd tegen het Nederlandse gezag.
DEN HAAG/BATAVIA, 1 oktober - De ‘pacificator van Atjeh’, generaal J.B. van Heutsz, volgt generaal W. Rooseboom op als gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië. Anders dan zijn voorganger heeft Van Heutsz langdurig ervaring opgedaan in Indië. Van Heutsz kwam in 1873 als tweede luitenant naar Indië. In de Atjehoorlog onderscheidde hij zich zodanig, dat hem in 1876 de Militaire Willemsorde werd toegekend; het was de eerste maal dat een luitenant deze onderscheiding kreeg.
Begin jaren negentig pleitte Van Heutsz, toen garnizoenscommandant van Batavia, voor een grote militaire expeditie naar Atjeh, als enig middel om het gebied definitief te pacificeren. In 1898 werd Van Heutsz, inmiddels generaal-majoor, benoemd tot civiel en militair gouverneur van Atjeh. Onder het motto ‘Waakzaamheid en beweeglijkheid’ wist hij met onverwachte, snel uitgevoerde aanvallen hele landstreken te bezetten. In 1900 werd hij benoemd tot luitenant-generaal, in 1902 tot adjudant-generaal van de koningin.
Nadat Van Heutsz in 1903 de (pretendent-)sultan van Atjeh en Panglima Polim had onderworpen, vertrok hij begin dit jaar naar Nederland, waar hij triomfantelijk werd ingehaald en door de koningin persoonlijk ontvangen.
H. Colijn, adjudant van Van Heutsz.