VS-beheer over Kanaalzone
WASHINGTON, 18 november - De regering van Panama heeft aan de Verenigde Staten alle rechten verleend om een kanaal aan te leggen door de Panamese landengte tussen de Atlantische en de Grote Oceaan. Het verdrag hiervoor is ondertekend door de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Hay en door Philippe Buneau-Varilla, een Frans staatsburger die optrad als gevolmachtigde van Panama.
Het Hay-Varillaverdrag geeft de VS ‘voor de eeuwigheid’ het recht op een strook van tien mijl breed door Panama voor de aanleg van een kanaal. De VS zullen aan Panama hiervoor een eenmalig bedrag van $ 10 miljoen en een jaarlijkse pacht van $ 250 000 betalen.
De voorwaarden zijn gunstiger voor de VS dan die welke waren opgenomen in het Hay-Herránverdrag dat door het Colombiaanse parlement werd verworpen. Daarin was sprake van een strook van tien kilometer breed die gedurende 100 jaar aan de VS verpacht zou worden.
De gevolmachtigd minister van Panama die het kanaalverdrag met de VS ondertekende, Philippe Buneau-Varilla, is de vertegenwoordiger van de Franse kanaalmaatschappij, die tracht de concessie voor de aanleg van een kanaal door Panama te verkopen. Deze Franse maatschappij kocht de concessie in 1889 van Ferdinand de Lesseps, die na de voltooiing van het Suezkanaal in 1869 ook een kanaal door Panama wilde aanleggen, maar door financiële en technische problemen hierin niet slaagde. De Franse maatschappij die de concessie van De Lesseps overnam, probeert deze voor $ 40 miljoen aan de Amerikanen over te doen.
Het nieuwe verdrag is een persoonlijke triomf voor de Amerikaanse president Theodore Roosevelt. Acht jaar later, in 1911, pocht hij: ‘I took Panama!’