Adolf Daens keert terug in de Kamer
BRUSSEL, 11 maart - De terugkeer van priester Adolf Daens in de Kamer van Volksvertegenwoordigers is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Vrezende dat hij weer met allerlei schandalen zou uitpakken, trachtte de rechterzijde hem met rumoer het spreken te beletten.
Omdat de conservatieve katholieken van Aalst geleid worden door de verfranste burgerij, is de sociale strijd van Daens synoniem met de Vlaamse strijd: Daens en zijn beweging ijveren voor de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen en voor de gelijkheid van beide landstalen.
Daens was al op 25 mei 1902 gekozen, maar zijn hartziekte belette hem zijn functie ten volle uit te oefenen. Van 1894 tot 1898 zat Daens reeds in de Kamer, als vertegenwoordiger van de Christelijke Volkspartij, die door hem en zijn broer Pieter was opgericht. De partij wilde de christen-democratie en het flamingantisme bevorderen. De katholieke partij in Aalst, geleid door Charles Woeste, was niet bereid sociale eisen in haar programma op te nemen. Woeste werd Daens' voornaamste opponent in de Kamer.
In 1902 werd Daens in Brussel opnieuw gekozen. Hij blijft tot 1906 in de Kamer. De hartziekte velt hem in 1907 definitief.
Pamflet dat werd verspreid ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen in Aalst in 1899. De Daensisten leden daarbij een zware nederlaag tegen de conservatieve Katholieke Partij.