Nederland wijzigt koloniale politiek
DEN HAAG, 17 september - Het kabinet-Kuyper zal een andere koloniale politiek voeren dan zijn voorgangers, zo kan men afleiden uit de door koningin Wilhelmina uitgesproken Troonrede. Lag de nadruk tot nu toe op het ‘afronden van het koloniaal bezit’ (de Atjeh-oorlog), het verbeteren van de infrastructuur van met name Java en het bevorderen van de winstgevendheid der Europese cultuur- en mijnbouwmaatschappijen, nu wordt de aandacht gericht op de zedelijke verheffing van de inlander.
‘Als Christelijke mogendheid is Nederland verplicht in de Indische Archipel de rechtspositie der inlandse Christenen beter te regelen, aan de Christelijke zending op vaster voet steun te verlenen en geheel het regeringsbeleid te doordringen van het besef, dat Nederland tegenover de bevolking dezer gewesten een zedelijke roeping te vervullen heeft’, aldus de koningin in haar Troonrede.
Ook wordt een onderzoek aangekondigd naar de oorzaken van de mindere welstand der inlandse bevolking op Java. Het bestuur in Indië zal gecentraliseerd worden, terwijl de pacificatie van Atjeh wordt voortgezet.
Deze politieke koerswijziging is geheel in overeenstemming met de opvattingen, die Kuyper al sinds het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw verkondigt. Toen al toornde hij tegen het ‘ellendig koloniaal beheer’, en vooral tegen de mate waarin het gouvernement, om onrust te voorkomen, de zending tegenwerkte.