Huwelijk van koninklijk paar ingezegend
DEN HAAG, 7 februari - In een winters, maar vrolijk Den Haag zijn koningin Wilhelmina en prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin in het huwelijk getreden. Overal langs de route van de bruidsstoet waren erebogen opgericht en alom werd feestgevierd.
Een collecte voor de armen, die op deze heuglijke dag niet werden vergeten, had 16 000 tegoedbonnen voor vlees, rijst, erwten, bonen en koffie opgeleverd. Weeskinderen van alle gezindten werden onthaald in de grote zaal van de Dierentuin, waar diverse artiesten optraden en waar chocolademelk en krentenbollen werden uitgedeeld. Ook elders in het land werd op grote schaal feestgevierd.
Aan het huwelijk zijn lange onderhandelingen voorafgegaan tussen de regeringen van Nederland en Mecklenburg, onder andere over de toekomstige nationaliteit van prins Hendrik, zijn officiële titel als prins-gemaal en een eventueel jaargeld. De Mecklenburgse minister van Buitenlandse Zaken ad interim, von Amsberg, eiste voor prins Hendrik de titel Prins van Oranje, dubbele nationaliteit en financiële voorzieningen.
De Nederlandse regering weigerde hierop in te gaan, om constitutionele redenen.
Uiteindelijk werd overeenstemming bereikt. Prins Hendrik zal de titel Prins der Nederlanden voeren en de Nederlandse nationaliteit bezitten; de grondwet verbiedt het verlenen van een jaarlijkse toelage. Zou prins Hendrik echter weduwnaar worden, dan wordt hem jaarlijks ƒ 150 000 uitgekeerd. De betrokken wetsontwerpen zijn door de Tweede Kamer aanvaard met 70 tegen 10, respectievelijk 81 tegen 7 stemmen; tegenstemmers waren de vier socialisten en een aantal progressieve liberalen.
Plechtige inzegening in de Grote Kerk te Den Haag van het huwelijk tussen koningin Wilhelmina en prins Hendrik (naar een schilderij van M. ten Kate).