Wilhelm II agressief in ‘Hunnenrede’
BREMERHAVEN, 27 juli - De Duitse keizer Wilhelm II heeft vandaag in de Noordduitse havenstad Bremerhaven een felle aanval gericht op China. De keizer reageerde hiermee op het nieuws van de moord in Peking op de Duitse ambassadeur aldaar, baron von Ketteler. Tegenover Duitse vrijwilligers, die op het ogenblik in Bremerhaven inschepen om in China te gaan strijden, zei Wilhelm onder meer: ‘als U Uw vijand ontmoet, dan moet U hem verpletteren. Geen onderdak zal worden verschaft, geen gevangenen zullen worden gemaakt’.
En hij voegde eraan toe: ‘Net als de Hunnen, duizend jaar geleden, onder leiding van Etzel (Attila) een faam verwierven waardoor zij nog altijd in de historische traditie voortleven, moge zo de naam van Duitsland op eenzelfde manier bekend worden in China, zodat geen Chinees het ooit nog zal wagen om op een Duitser neer te zien’.
De Duitse soldaten in Bremerhaven reageerden enthousiast op deze furieuze woorden van hun keizer. In linkse kringen in Duitsland is daarentegen met afschuw gereageerd op wat daar
Keizer Wilhelm II spreekt zijn troepen toe in Bremerhaven.
wordt genoemd, de agressieve toon van de keizerlijke speech. Ook in andere hoofdsteden in Europa is sprake van opwinding en verontwaardiging over wat kortweg wel als de ‘Hunnenrede’ wordt aangeduid. Enerzijds wordt gewezen op de alom bekende mateloosheid van Wilhelm II wanneer deze spreekt, waarbij al zijn woorden niet op een goudschaaltje hoeven te worden gewogen en de keizer zich wel vaker pleegt te laten gaan zonder dat dit in de politieke en diplomatieke praktijk gevolgen heeft, maar anderzijds meent men dat de woorden van de keizer ditmaal samengaan met een vastberadenheid om in China een prominente rol te spelen.
Onlangs nog heeft de keizer bij het uitbreken van de ongeregeldheden in Peking gezegd dat de Duitse vlag ‘op de muren van Peking dient te hangen’ naast die van de andere Europese mogendheden. Deze woorden maken een schikking met China zonder bezetting van Peking bijzonder moeilijk. Eind juni al heeft Duitsland vanuit zijn steunpunt Takoe een kleine legereenheid ontscheept. Een expeditiemacht van 10 bataljons en twee Oostaziatische brigades, aangevuld met vlooteenheden, is inmiddels gevolgd.
In regeringskringen in Berlijn wordt intussen luid gesproken over de mogelijke oprichting van een speciaal koloniaal leger. Tegen deze achtergrond wordt aan de woorden van keizer Wilhelm II meer betekenis toegekend dan slechts die van een verbale ontsporing in de ban van het nieuws van de moord op baron von Ketteler.