Meerderheid van katholieken houdt stand in Kamer
BRUSSEL, 27 mei - De eerste verkiezingen volgens het algemeen meervoudig stemrecht bij evenredige vertegenwoordiging hebben de katholieke meerderheid in het parlement niet in het gedrang gebracht. Voor het eerst sinds de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht (1894) werd, bij de toewijzing van de parlementszetels, het meerderheidsstelsel vervangen door de evenredige vertegenwoordiging.
Aangezien dit laatste systeem gunstiger uitvalt voor kleinere partijen, werd in katholieke kringen gevreesd dat de katholieke meerderheid in de Kamer wel eens in het gedrang zou kunnen komen.
Die vrees is ongegrond gebleken. Weliswaar heeft de katholieke partij in de Kamer 26 zetels verloren, toch behoudt ze nog een meerderheid van 20 zetels. Met 48% van het electoraat bezetten de katholieken 57% van de volksvertegenwoordiging. De katholieke achteruitgang versterkt wel de positie van de christen-democratische fractie in de partij.
De liberale partij heeft de grootste winst geboekt en gaat van 12 naar 33 kamerzetels, één meer dan de socialisten, die een zetelwinst van 4 lieten noteren. De Daensisten behouden hun ene zetel. Hoe het ook zij, het zittende homogeen-katholieke kabinet van Paul de Smet de Naeyer kan rustig verder regeren (tot 1907).