Zomerwolken(1922)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Afneming van het kruis Aan J.Th. Toorop. En als het avond geworden was,... Matth. Ev. Het matte floers van den Octoberdag Vernevelt naar den avond; dichter daalt De dunne sneeuwasch van de schemering En dekt de groote stad der wereld weg In den schijndood van zijn éentonigheid. En heel 't verdeeld geslacht dat in haar woelt, Draagt voor éen oogenblik dezelfde mom Van onverschillig vage broederschap: Leed lang versuft tot doelloos zelfverwijt, En haat door schriele hebzucht blindgemest, En lust die nimmer uitslaapt van zijn jacht, En hoop die afstand deed van iedre hoop, En onmacht schaterend in overmoed, En overmacht, de boel van huichlarij - [pagina 108] [p. 108] Zij staan bestorven in dezelfde trekken, De woestenij van 't menschelijk gelaat... En buiten op de hemelheuvelen Beuren strakke gestalten, wijd geplooid In wijnmoerrood, verlucht olijvengroen, Turkooizenblauw en vlamdoorsijpeld paars, Neêr van de groote schaduw van zijn kruis 't Verbloede lichaam van den Zoon van God. Vorige Volgende