Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 246] [p. 246] Ontmoeting De wolken trekken van de bergen op. Vanuit de witbedoekte tent van 't dal Zie 'k halverwegen tusschen voet en top Door wolkescheur onder den steilen val Van stralenregen uit onzichtbre zon Als hemellandschap. Binnen lagen wal En beek-besproeid en overbloeid gazon Van voorjaarsboomgaard schemert oude steê Met muren blank om paarsbebloemd balkon. De smalle paden voeren tot den vreê Van de open huisdeur en zijn diep portaal. 'k Ga zonder weten of verwondring meê Door oude gang naar donkerkoele zaal Waar in den schemer van het kamerlicht De meubels glimpen, en de zonnestraal Glijdt als een glimlach langs een streng gezicht... Ik wist niet dat gij hier verborgen zat Zoo ver van huis, dat als een zacht gedicht Ik hier u heb als ik u altijd had Ver en nabij, zoo even en zoo heel, Bewustzijn van onmetelijken schat, Vluchtig en eeuwig als elk ding dat deel Aan schoonheid neemt en hier op aarde leeft, Als dageraden, als de klank der veêl Die uitzingt, als de kleur en geur die beeft Uit bloem en avondlucht, - zoo even en zoo heel! Vorige Volgende