Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Laatste woorden ‘Eer tijd wee en wel somm', Heel ons deel,... Dood is rust en welkom Na blijdschap veel. Gun mij, liefde, éen blik naar De andre zij: Droefheid wacht éen snik maar,... Dan ben 'k weêr blij. Alle blijdschap levenslang Kwam van u. Ach, hoe leed in gevens drang Arm hart naar u! Rijk blijft ge,... al het rijk mooi Dat ge gaf, Mag ik, warmsten lijktooi, Nemen u af? Zie mij aan tot ziel staat Oop'n in lach: Hoe dieprijke kiel gaat Onder doods vlag. Straal nog even - ween dan - Oog in vlam; Neem de zon niet heen van 't Geschoren lam. Zooals wereldsch kind aan Jeugds festijn Dagelang vreugd vindt aan Spiegels weêrschijn, [pagina 178] [p. 178] Was 't alleven al mijn IJdelheid In uw ziels kristal mijn Lach zien weêrblijd Heel den korten dageschijn Tot nachts val: Zie ten hoogfeest draag ik mijn Juweelen al. Als mijn mond nog glimlacht, Kuss' hem dood,... Koom' wat achter kim wacht, Na 't avondrood. Ziel voer zoo verheugd heen, Kon ze in 't licht Van onze aardsche vreugd treên Voor Gods gezicht.’ Vorige Volgende