Liederen van Isoude(1921)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] [Nog eenmaal stijgt de donkre droom] Nog eenmaal stijgt de donkre droom Van leven tusschen u en mij. Hoe waad ik door den diepen stroom? Hoe haal ik veilig de overzij? Met 't zeil dat neêrsuist aan mijn voet - De steven buigt de haven in - Zinkt al mijn ongeduld en moed... O zoetste dood - o wrang begin! Het schemerschim van 't schip legt aan. Niemand verwellekomt de bruid. De stille manschap maakt mij baan. Van 't gangboord glijdt de loopbrug uit... [pagina 95] [p. 95] Een diepe slaap valt over mij: Op blinde vleuglen opgericht Zweef ik aan duister volk voorbij. Een nevel sluiert mijn gezicht. Hoe wordt de ziel zoo leêg, zoo licht? Komt zij nooit arm genoeg en bloot?: Al levens last, al levens plicht Verzinkt zij als een schip in nood... Uit naë verte vloeit geluid Van klokken en van stemmen saam, Als zong op hemelhooge luit Het eindloos lied van uwen naam! Vorige Volgende