Liederen van Isoude(1921)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] [Daar leeft nog éen hoop onvervuld,] Daar leeft nog éen hoop onvervuld, Eén diepst en donkerst ongeduld, In 't hart dat pleegt bij nacht en dag 't Geduld dat niets verwachten mag: Of ik nog éenmaal uw gezicht Zal zien in dit verjaarde licht, Nog stiller dan 't verstild gelaat Dat door de dagen met mij gaat, En lijdzaam beidt in mijn vertrek Tot het eenzelvig tweegesprek [pagina 88] [p. 88] Van onrust die geen uitkomst ziet Binnen den ringmuur van 't verschiet: Onder de witgedekte lucht Jaagt der gepeinzen vogelvlucht Voorbij dit land van dag en nacht Naar 't eenig weêrzien dat ons wacht... Gelukkig die den wedgang wint, Voor wien de rust het eerst begint - Maar laat mij zijn, die overblijft, Die hier de laatste zorg bedrijft. Wij zijn niet lang gescheiden dan, Als 'k weet waar ik u vinden kan. Wachten was hier mijn daaglijksch brood - Ik wil niet wachten in den dood! Vorige Volgende