Liederen van Isoude(1921)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] [De tranen die 'k niet weenen zal,] De tranen die 'k niet weenen zal, Verduistren mijner oogen licht: Hun schaduw dooft de kleur van 't dal En droeft der hemelen gezicht... Als in een doffen spiegel glijdt Een traag en donker onweêr op, Dat staêg-onmerkbaar overbreidt De kim niet vasten kop aan kop... De blijde schal van 't leven slaat Stil aan dien echoloozen wand Die dag en nachts vervaald gelaat In éene onweeslijke onrust bant... [pagina 73] [p. 73] 'k Voel hoe de ziel van ieder ding Achter zijn schijn in vreezen beidt Naar bliksems eerste flikkering, Naar donders eindelijk bescheid. Vorige Volgende