Liederen van Isoude
(1921)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend
[pagina 47]
| |
[pagina 48]
| |
Hij komt en rooft mij
Als een dief.
Hij wil mij voor zijn
Eigen lief.
Hij draagt al schooner
Droomenkleed:
Hij wil dat ik u voor
Hem vergeet.
Hij lokt mij naar zijn
Open deur,
Tot donkre kamers
Zwoel van geur.
Dan, als ik niet wil
Binnengaan,
Schrikt hij met vreezen die
Niet bestaan.
| |
[pagina 49]
| |
Zijn armen grijpen mij
Sterk en teêr...
En in uw armen ont-
waak ik weêr...
Ik zal niet winnen
Wat ik wil:
Geluk dat ooit in
Rust verstill'.
|
|