Gegeven keur(1942)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] In nachtschaduw In nachtschaduw Verwacht ik u Tusschen slapende rozen. Mijn ziel zoekt waar uw luister is, - Al paden gaan uit in duisternis, De lucht staat sterbevrozen. O mijn zon, rijs Eer maan in 't ijs Van den hemel haar gulden wak breek': Haar licht aan de kim al flonkerschreit; Geluiden rimplen de donkerheid Als vallende bloesems de nachtbeek... Hebt gij gewacht De koele pracht, Die de maan giet uit ijzen fiolen? Om te komen door manesneeuw ongehoord Langs der schaduwperken donkre boord, Die bloeien vol nachtviolen? De teêre Nacht Op hooge wacht Blaast bellen van lichte stilt'; Zij zwellen en stijgen, een glazen schrik, Als baldakijnen maandoortrild, En breken in een snik... [pagina 15] [p. 15] O lief beloofd, Troost mijn moê hoofd, Dat mijn ziel mag slapen in laten nacht: Waar al de sterren zijn Kunt gij niet verre zijn, O kom, ik wacht. Vorige Volgende