Carmina(1912)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Oude wijn... Oude wijn van vreugd gekelderd, Die, mijn late lust en lied, Daaglijks op mijn tafel heldert In verkristallijnd verdriet - In het goud dat 'k had gedreven Tot uw dronk aan jeugds festijn, Heb ik aan mijn mond geheven Andren, zwaren, purpren wijn; Maar de lange stille jaren Dat een god mij u onthield, Zijt gij door bestendig klaren Tot dit ijle goud verzield, [pagina 12] [p. 12] Dat, aan 't dorstig hart geschonken, Met een nieuw herboren jeugd Maakt der ziele zinnen dronken Van der goden lichte vreugd... Iedre drank vraagt eigen beker: Zoetst en zuiverst bovenal Drink ik uwe blijdschap zeker Uit dit dun en broos kristal, Oude wijn van vreugd gekelderd, Die, mijn late lust en lied, Daaglijks op mijn tafel heldert In verkristallijnd verdriet. Vorige Volgende