Bezonnen verzen(1931)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Zeereis Boven de zoggeploegde zonbestreken Onrust der zee Drijft, schuim van hemelsch brandingbreken, Op waaiereven hartslag in- en uitgeweken, Het trouwe spel der meeuwen meê - Zoo speelt, op levens ademtocht bewogen, De erinnering Aan uwe dage- en nachteglansdoortogen, Geluk en smart tot schoonheid spieglende oogen In onverkorte zegening Boven de heimlijke onberekenbare gangen Van 't doolziek hart Dat, in de zeelen van uw overdaad gevangen, Zich 't heimwee van zijn toomeloos verlangen En zijn eerste armoê niet onthardt, En uitgebroken in de lage winden Van schaûw en schijn, Of 't vóor den donker eenmaal nog mocht vinden Een aardsch gelaat dat het naast u beminde Om God hier dubbel rijk te zijn, [pagina 62] [p. 62] Aan 't uiteind van zijn roekelooze jachten Telkens ontblind, Beschaamd en begenadigd in zijn trachten, In de oogevenstren die beloften lachten, Slechts uwer oogen weêrschijn vindt. Vorige Volgende