Ex toto corde(1964)–Louis de Bourbon– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] De rerum origine Aan Amélie Onze honden hebben hun oren nog open naar het oorspronkelijk geluid, onze honden horen nog de klacht van de gestorven bruid - toen zij droomde, dat de man haar in zijn armen sloot sloeg haar hart zijn bruidsmuziek op de ribben des doods - Onze katten hebben hun ogen nog open voor de kleuren van het geluid, onze katten zien de oorsprong der dingen nog hoe de worm zich ontbindt in het fruit, wat wolken fluisteren aan de top van de toren en wat de wind boven kerkhoven zingt; de dieren kunnen nog zien en horen waar de bron van het leven ontspringt. En soms, als de dag te slapen gaat, droomt in hun blik nog het inkarnaat van Eva's nachten, scharlaken vlam van die eerste liefde, als Adam haar nam - een smetloze parel in de palm van zijn hand - en droeg door dien tuin - over zeeën en land. Maar ik, ogen en oren wijd open, kom blind en doof door het leven gelopen en niets in die stad, tussen poort en poort, heeft mijn blik gezien of mijn stem gehoord. Zo ga ik het leven in en uit zonder klank, zonder kleur, zonder licht of geluid door duizend poorten, een leeg heelal dat niet leger zal zijn als ik sterven zal. Vorige Volgende