Ex toto corde
(1964)–Louis de Bourbon– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
OpdrachtAan Gudrun Marie
Van tuinen of paleizen
rest mij geen grein of spoor
in ondermaanse reizen
zwierf ik mijn doel teloor.
Bij vrouwen, wijn en vrinden
bij zang en overmoed
wou ik vertroosting vinden
voor wat ik derven moet.
Maar ook heb 'k in dit leven
- en zonder voorbehoud -
het kostbaarst weggegeven
uit liefde menigvoud.
Aan prille idealen
doch ook aan ijdele praal:
wijn fonklend in bokalen
bij toortslicht in de zaal.
Maar weedom en ellende
besloten menig tij
en die ik diepst miskende
was mij het trouwst nabij.
Totdat mij, moegezworven,
dat vergezicht verscheen:
hoe al wat ik had verworven
tot schim en schijn verdween.
| |
[pagina 6]
| |
En wat mij in 't verleden
gejaagd had dag op dag
viel stil tot rust en vrede
die ik in jouw ogen zag.
Opdat vereeuwigd worde
wat ik dichtend hier belijd:
hoe buiten d'aardse orde
van 's mensen ijdelheid
een hart dat nimmer morde
doch wachtend bleef bereid
mij van de wrede horde
der wanhoop heeft bevrijd.
Zo zij - ex toto corde -
dit boek jou toegewijd.
|
|