| |
| |
| |
Getijden op het feest van een of verscheidene martelaren
Gedurende de paastijd
De Eerste Vespers kan men bidden zoals is aangegeven op bladz. 1247.
| |
De lauden
Tot aan het kapittel kan men de Lauden bidden, zoals zij voor de betreffende weekdag zijn aangegeven, en van het kapittel af voortgaan met hetgeen onder volgt. Ofwel bidt men het onderstaande in zijn geheel, dus met de hier aangegeven antifonen en psalmen.
Onze Vader. Wees gegroet. |
Pater. Ave. |
God, kom mij te hulp. |
Deus, in adjutorium. |
|
1 Ant. Uw heiligen, * Heer, zullen bloeien als een lelie, alleluja; zij zullen voor U zijn als balsemgeur, alleluja. |
1 Ant. Sancti tui, * Domine, florebunt sicut lilium, alleluja; et sicut odor balsami erunt ante te, alleluja. |
De psalmen zoals op Zondag, bladz. 106.
2 Ant. In het rijk des hemels * is de verblijfplaats der heiligen, alleluja; en voor eeuwig is hun rust, alleluja. |
2 Ant. In caelestibus regnis * Sanctorum habitatio est, alleluja: et in aeternum requies eorum, alleluja. |
3 Ant. Onder uw beschutting * riepen uw heiligen, Heer, alleluja, alleluja, alleluja. |
3 Ant. In velamento * clamabant Sancti tui, Domine, alleluja, alleluja, alleluja. |
4 Ant. Geesten en zielen * der rechtvaardigen, zingt een lofzang voor onzen God, alleluja, alleluja. |
4 Ant. Spiritus et animae * justorum, hymnum dicite Deo nostro, alleluja, alleluja. |
5 Ant. De rechtvaardigen schitteren * als de zon voor het aanschijn van God, alleluja. |
5 Ant. Fulgebunt justi * sicut sol in conspectu Dei, alleluja. |
| |
Kapittel Wijsh. 5, 1
DE RECHTVAARDIGEN zullen met groot vertrouwen staan tegenover hen, die hen eens hebben gekweld en die hun moeiten vruchteloos hebben geacht. ℟. Gode zij dank. |
STABUNT justi in magna constantia adversus eos, qui se angustiaverunt et qui abstulerunt labores eorum. ℟. Deo gratias. |
Voor één martelaar de lofzang Martyr Dei qui unicum, bladz. 1236.
Voor verscheidene martelaren de lofzang Rex gloriose Martyrum, bladz. 1241.
| |
| |
℣. Pretiosa in conspectu Domini, alleluja. ℟. Mors Sanctorum ejus, alleluja. |
℣. Kostbaar in de ogen des Heren, alleluja. ℟. Is de dood van zijn heiligen, alleluja. |
Ant. Filiae Jerusalem, * venite et videte Martyres cum coronis, quibus coronavit eos Dominus in die solemnitatis et laetitiae, alleluja, alleluja. |
Ant. Dochters van Jerusalem, * komt en aanschouwt de martelaren met de kransen, waarmede de Heer hen heeft bekranst op de hoogtijdag van vreugde, alleluja, alleluja. |
Lofzang Benedictus, bladz. 115.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Op het feest van één martelaar:
Oremus. - Praesta, quaesumus, omnipotens Deus: ut, qui beati N. Martyris tui natalitia colimus, intercessione ejus in tui nominis amore roboremur. Per Dominum nostrum. |
Laat ons bidden. - Verleen, vragen wij, almachtige God: dat wij, die het geboortefeest van uw heiligen martelaar N. vieren, door zijn voorspraak in de liefde tot uw Naam worden gesterkt. Door onzen Heer. |
Op het feest van verscheidene martelaren:
Oremus. - Deus, qui nos concedis sanctorum Martyrum tuorum N. et N. natalitia colere: da nobis in aeterna beatitudine de eorum societate gaudere. Per Dominum nostrum. |
Laat ons bidden. - God, die ons verleent het geboortefeest te vieren van uw heilige martelaren N. en N.; geef dat wij ons in de eeuwige zaligheid over de gemeenschap met hen verheugen. Door onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
| |
De vespers
Tot aan het kapittel kan men de Vespers bidden, zoals zij voor de betreffende weekdag zijn aangegeven, en van het kapittel af voortgaan met hetgeen onder volgt. Ofwel bidt men het onderstaande in zijn geheel, dus met de hier aangegeven antifonen en psalmen.
Pater. Ave. |
Onze Vader. Wees gegroet. |
Deus, in adjutorium. |
God, kom mij te hulp. |
|
1 Ant. Sancti tui, * Domine, florebunt sicut lilium, alleluja; et sicut odor balsami erunt ante te, alleluja. |
1 Ant. Uw heiligen, * Heer, zullen bloeien als een lelie, alleluja; zij zullen voor U zijn als balsemgeur, alleluja. |
De eerste vier psalmen zoals op Zondag, bladz. 189.
| |
| |
2 Ant. In het rijk des hemels * is de verblijfplaats der heiligen, alleluja; en voor eeuwig is hun rust, alleluja. |
2 Ant. In caelestibus regnis * Sanctorum habitatio est, alleluja: et in aeternum requies eorum, alleluja. |
3 Ant. Onder uw beschutting * riepen uw heiligen, Heer, alleluja, alleluja, alleluja. |
3 Ant. In velamento * clamabant Sancti tui, Domine, alleluja, alleluja, alleluja. |
4 Ant. Geesten en zielen * der rechtvaardigen, zingt een lofzang voor onzen God, alleluja, alleluja. |
4 Ant. Spiritus et animae * justorum, hymnum dicite Deo nostro, alleluja, alleluja. |
5 Ant. De rechtvaardigen schitteren * als de zon voor het aanschijn van God, alleluja. |
5 Ant. Fulgebunt justi * sicut sol in conspectu Dei, alleluja. |
Psalm 115: Credidi propter quod locutus sum, bladz. 1243.
In de EERSTE VESPERS psalm 116: Laudate Dominum, omnes gentes, bladz. 1199.
| |
Kapittel Wijsh. 5, 1
DE RECHTVAARDIGEN zullen met groot vertrouwen staan tegenover hen, die hen eens hebben gekweld en die hun moeiten vruchteloos hebben geacht. ℟. Gode zij dank. |
STABUNT justi in magna constantia adversus eos, qui se angustiaverunt et qui abstulerunt labores eorum. ℟. Deo gratias. |
Op het feest van één martelaar de lofzang Deus tuorum militum, bladz. 1239. (Melodie op bladz. 1566.)
Op het feest van verscheidene martelaren de lofzang Rex gloriose Martyrum, bladz. 1241. (Melodie op bladz. 1565.)
℣. Kostbaar in de ogen des Heren, alleluja. ℟. Is de dood van zijn heiligen, alleluja. |
℣. Pretiosa in conspectu Domini, alleluja. ℟. Mors Sanctorum ejus, alleluja. |
Ant. Heiligen en rechtvaardigen, * verheugt u in den Heer, alleluja; u heeft God Zich tot zijn erfdeel verkoren, alleluja. |
Ant. Sancti et justi, * in Domino gaudete, alleluja: vos elegit Deus in hereditatem sibi, alleluja. |
In de EERSTE VESPERS:
℣. Heiligen en rechtvaardigen, verheugt u in den Heer, alleluja. ℟. U heeft God Zich tot zijn erfdeel verkoren, alleluja. |
℣. Sancti et justi, in Domino gaudete, alleluja. ℟. Vos elegit Deus in hereditatem sibi, alleluja. |
Ant. Het eeuwige licht * zal oplichten voor uw heiligen, Heer, en een eeuwigheid van tijden, alleluja. |
Ant. LUX perpetua * lucebit Sanctis tuis. Domine, et aeternitas temporum, alleluja. |
| |
| |
Lofzang Magnificat, bladz. 198.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Op het feest van één martelaar:
Oremus. - Praesta, quaesumus, omnipotens Deus: ut, qui beati N. Martyris tui natalitia colimus, intercessione ejus in tui nominis amore roboremur. Per Dominum nostrum. |
Laat ons bidden. - Verleen, vragen wij, almachtige God: dat wij, die het geboortefeest van uw heiligen martelaar N. vieren, door zijn voorspraak in de liefde tot uw Naam worden gesterkt. Door onzen Heer. |
Op het feest van verscheidene martelaren:
Oremus. - Deus, qui nos concedis sanctorum Martyrum tuorum N. et N. natalitia colere: da nobis in aeterna beatitudine de eorum societate gaudere. Per Dominum nostrum. |
Laat ons bidden. - God, die ons verleent het geboortefeest te vieren van uw heilige martelaren N. en N.; geef dat wij ons in de eeuwige zaligheid over de gemeenschap met hen verheugen. Door onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
Pater. |
Onze Vader. |
Dominus det nobis. |
De Heer geve ons. |
En tot slot de antifoon ter ere van de heilige Moeder van God, Regina caeli, bladz. 201.
|
|