Dank- en smeekgebeden in de kerk waarvan wij de verjaardag der wijding vieren
Vier feest, o Kerk van Christus, niet naar onvolkomenheid van voorafbeelding of in voorbijgaande schaduw van lichamelijkheid, maar naar de geest. Vier feest, nu gij ziet hoe de afgodsbeelden liggen neergeworpen en allerwegen kerkgebouwen worden gesticht. Met de heilige en luide stem van Paulus roep ik u: Het oude is voorbijgegaan; zie nu is alles nieuw en vol van wonder. Daarom, verheug u in den Heer, kudde van Christus; verheug u, Christus' Kerk; wees blij en jubel, dochter van God. Want u siert alle luister, gelijk het past aan de dochter van Koning Christus, van binnen en van buiten. Gij zijt niet langer weduwe, maar een bloeiende bruid; gij staat niet langer aan Gods linkerzijde wegens dienst van valse goden, maar aan zijn rechterhand, in een prachtgewaad, wegens de kennis van God; niet langer doorstroomd van slavenbloed, maar getekend met het bloed van God zelf. Verheug u daarom en jubel, dochter Sion; verblijd u en juich, geheel de Kerk van Christus. Hef uw ogen in het rond en zie, hoe in u verzameld zijn die eertijds verstrooid waren als kinderen der volken. Aanschouw de luister van deze feestdag; hoor naar de éne lofzang van het volk, hoe aller tongen tot één belijdenis samenklinken en aller monden zijn geworden tot één mond; en zie, hoe eertijds wilde stammen in u veranderd zijn tot volgzame schapen.
Waarlijk goed is het en recht, billijk en heilzaam, dat wij U altijd en overal dankzeggen, heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God; die dit huis des gebeds hetwelk wij gebouwd hebben, als de Gever van alle goed bewoont, en die de Kerk welke Gij zelf hebt gesticht, door uw ononderbroken werking heiligt. Dit toch is waarlijk een huis des gebeds, in zichtbaar bouwwerk slechts onvolkomen aangeduid; de tempel van de woonplaats uwer heerlijkheid; de zetel van uw onveranderlijke waarheid; het heiligdom van uw eeuwige liefde. Dit is de ark, welke ons, die uit de vloed der wereld zijn gered, voert naar de haven des heils. Deze is de beminde en enige bruid, welke Christus Zich door zijn bloed heeft verworven en door zijn Geest het leven geeft. In haar schoot worden wij, die door uw genade zijn herboren, gevoed met de melk van het woord, gesterkt met het brood des levens en door de bijstand van uw ontferming gekoesterd. Met de hulp van haar Bruidegom strijdt zij getrouw op de aarde, en in de hemel, door Hem gekroond, zal zij voor eeuwig triomferen.