| |
Gebeden ter ere van het heilig Kruis des Heren
Gebeden tot God den Vader
God, die de paal van het heilig Kruis, welke eertijds den bozen tot straf was, voor den verlosten hebt veranderd in een teken van leven; geef aan uw volk dat het beveiligd worde door de bijstand van Hem, met wiens zegeteken het gewapend is. Moge het Kruis ons de grondslag zijn van het geloof, het anker van de hoop, verdediging in tegenspoed en hulp in voorspoed; het strekke ons tot overwinning over de vijanden; het sta in onze steden opgericht als wachter, op onze velden als bescherming, als steun in onze huizen; opdat de Herder zijn kudde onverlet moge bewaren door het teken, dat ons in de overwinning van het Lam tot heil is geworden.
Nu ik, almachtige Vader, het Kruis van uw veelgeliefden Zoon vereer, moge de hemel openstaan, opdat mijn gebed tot U kan doordringen en uw ontferming op mij nederdale. Want aan het Kruis, liefste Heer, werd het zo bijzondere offer voltrokken, dat U als een zoete geur werd aangeboden, dat uw gerechtigheid jegens ons heeft getemperd en voor ons gemoed vol zoetheid is. O slachtoffer niet te beschrijven, dat de schuldbrief van de oude vloek heeft vernietigd en ons het zegel heeft ingedrukt van eeuwige zegening. O offer van waarachtige verzoening en lof, dat de vijandschap der oude overtreding ongedaan maakte en tussen hemel en aarde een verbond heeft gesloten van eeuwige vriendschap. Door het roemrijke vaandel uwer macht, Heer, red mij, armzalig schaapje uwer kudde, uit de muil van den wreden leeuw; door U overwonnen en vertrapt, moge hij nimmer over mij zegevieren. Breng mij terug naar uw liefelijk groenende weide, en verwerp geen dienstknecht voor wien Gij U gewaardigd hebt uw Zoon over te leveren, die met U en den heiligen Geest leeft en heerst, God, in de eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Gebeden tot Christus
God, die het lot van den mens die door het hout verloren ging, door het hout wederom ten goede hebt gekeerd; wij vragen dat de kracht van dit
| |
| |
overwinnend hout, dat door uw sterven en uw bloed is geadeld en waarvoor wij in diepe godsvrucht onze hoofden buigen, al onze ondeugden in ons dode en ons bescherme tegen alle tegenspoed.
Christus Heer, die de middelaar zijt tussen God en de mensen, door het bloed op uw Kruis hebt Gij de vrede willen herstellen tussen al wat in de hemel en op aarde is. Door deze zegevaan van uw passie heeft uwe liefde immers bewerkt wat in het begin bij uw geboorte naar het vlees de engel had aangekondigd en wat geheel het hemels heir had bezongen: Ere zij altijd aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen van goede wil. En bovendien heeft uw genade na de triomf van het Kruis aan uw leerlingen geleerd en verleend, dat de mensen hen als uw dienaren mogen herkennen, als zij jegens elkaar volmaakte vrede en eendracht zouden bewaren. Verleen daarom, Heer, dat zij die het zegeteken des Kruises op hun voorhoofd dragen, in zuivere en oprechte liefde met de broeders blijven verbonden; en gewaardig U ons met een heilige kus voor altijd te verzoenen.
| |
Groet van den heiligen Anselmus aan het levenbrengende kruis
Heilig kruis, gij herinnert ons aan het Kruis op hetwelk onze Heer Jesus Christus ons door zijn dood heeft gered van de eeuwige dood, waarheen wij allen jammerlijk op weg waren, en ons heeft opgewekt tot het eeuwige leven, dat wij door te zondigen hadden verloren. Ik aanbid, vereer en verheerlijk in u het Kruis dat gij voorstelt, en in dat Kruis wederom onzen barmhartigen Heer en hetgeen Hij in zijn goedheid door dit Kruis heeft bewerkt. Gij zijt het beminnenswaardige Kruis, waarin ons heil, ons leven en onze opstanding is gelegen. Gij zijt het kostbare hout, waardoor wij gered en verlost zijn. Gij zijt het vererenswaardig teken, waardoor wij voor God zijn gemerkt; het roemrijke Kruis, waarop alleen het ons past te roemen.
Want wij beschouwen u niet gelijk de dwaze en goddeloze beulen deden, toen zij u voor het zachtmoedigste Lam hebben bereid, doch naar de wijsheid en de goddelijke liefde, waarmee Hij u vrijwillig op de schouders nam. Want niets hadden zij kunnen uitrichten, als Hij het in zijn wijsheid niet had toegelaten; en niets zou Hij hebben verduurd, als Hij het in zijn ontferming niet zou hebben gewild. Zij kozen u om door u hun goddeloze misdaad te volvoeren; Hij heeft u gekozen om door u het werk zijner liefde te volbrengen. Zij kozen u om door u een rechtvaardige over te leveren aan de dood; Hij om door u de zondaars aan de dood te ontrukken. Zij om het leven te doden; Hij
| |
| |
om de dood te doen sterven. Zij om den Verlosser ten val te brengen; Hij om ten val gebrachten te verlossen. Zij om den Levengever te doden; Hij om den doden het leven te geven. Zij uit verdwazing en wreedheid; Hij uit wijsheid en ontferming. Daarom moeten wij u, bewonderenswaardig Kruis, niet beoordelen volgens de bedoelingen van die wrede en dwaze beulen, doch naar hetgeen zijn barmhartige wijsheid door u heeft bewerkt.
Hoe zal ik u dan prijzen; hoe u verheffen; met welke gevoelens tot u bidden; met welk een blijdschap op u roemen? Door u is de hel van haar buit beroofd, de poort der hel voor allen die door u verlost werden, afgesloten. Door u worden de duivels met schrik vervuld, bedwongen, overwonnen en vertreden. Door u wordt de wereld vernieuwd, wordt zij getooid met het licht der waarheid en de heerschappij der gerechtigheid. Door u is de menselijke natuur gerechtvaardigd; zij was verworpen en is gered; zij was in de slavernij der zonde en is uit de macht der onderwereld bevrijd; zij was gestorven en is opgestaan ten leven. Door u wordt de zalige stad in de hemel hersteld en tot volmaaktheid gebracht. Door u wilde God de Zoon aan den Vader gehoorzaam zijn tot de dood; om uwentwil is Hij verheerlijkt en heeft Hij een Naam ontvangen die boven alle namen is. Door u heeft Hij zijn troon bereid en zijn rijk ingericht.
O Kruis, tot zo onuitsprekelijke weldaden uitverkoren, uw lof wordt niet zozeer verkondigd door geest en tong van mensen of engelen, als wel door de werken die door u tot stand werden gebracht. In u en door u is mijn heil en mijn leven. In u en door u is geheel en al mijn goed; het zij mij verre op iets anders te roemen dan op u. Want wat baat het mij ontvangen te worden en te worden geboren, te leven en al het goede van dit leven te genieten, wanneer het slechts is om daarna af te dalen in het rijk van de dood? Als het zo met mij stond, het zou mij beter geweest zijn niet te worden ontvangen. In die toestand nu zou ik verkeren, als ik niet door u was verlost.
Met welke gevoelens zal ik derhalve op u roemen? Want niet alleen vind ik buiten u niets waarop ik zou roemen, maar bovendien zou zonder u de troosteloze ellende der hel voor eeuwig mijn deel zijn. Met welk een blijdschap moet ik niet jubelen om u, door wie mij in plaats van de dienstbaarheid der onderwereld het erfrecht op het rijk der hemelen gegeven is? Met welk een vreugde moet ik niet mijn dank betuigen om u, zonder wie zelfs dit tijdelijke bestaan mij afschuw zou inboezemen, doch door wie ik nu de verwachting bezit dat ik mij voor eeuwig in een heerlijk bestaan zal verheugen? Want al is het waar,
| |
| |
dat ik thans nog God dien in hoop en vreze, ik bezit niettemin de zekerheid dat ik al dit goede door u zal bereiken, als ik door dank en liefde en door geheel mijn leven mijn roem slechts stel in u.
Zo moogt gij dan geheel mijn roem uitmaken, en al mijn hoop zij op u gevestigd. Dat mijn zonden door u worden gedelgd; dat mijn ziel door u aan het oude leven afsterve, en worde opgewekt tot een nieuw leven van gerechtigheid. Evenals gij bij het doopsel mij hebt gereinigd van de zonden waarin ik werd ontvangen en geboren, reinig mij opnieuw, bid ik, van alles wat ik na mijn hergeboorte heb misdaan, opdat ik door u moge komen tot de rijkdom waarvoor de mens geschapen is; door de genade van onzen Heer Jesus Christus, die gezegend zij in eeuwigheid. Amen.
| |
Gebeden uit de liturgische boeken der Syrische kerken
Met het teken van dit uw heilig Kruis, Heer, hebt Gij de aardbodem getekend, waarop Gij de mensen naar alle windstreken hebt doen uitgaan. Uw Kruis is als een schild en als een zuil, met grote kracht op deze aarde geplaatst. Uw Kruis is als een toren en als een hoge muur; het moge uw schepping bewaren voor alle listen des duivels. Uw Kruis is een bron van genade voor allen die er hun toevlucht zoeken; bevrijd hen en red hen van den boze en zijn macht.
Uw Kruis, Verlosser, aanbidden de hemelingen en de mensen. Zij dragen het op de handen en prijzen het, omdat het aan de schepping de vrede heeft gebracht. Weerhoud oorlog en strijd, verzoen met elkaar de volken, die het in de éne Kerk vereren, door dezelfde geloofsbelijdenis zijn grootheid aanbidden en met luide stem roepen: Heilig, heilig, heilig zijt Gij, Heer, door uw Kruis; Gij hebt het menselijk geslacht van zijn dwaalwegen verlost.
Door uw Kruis, Heer, bewaar uw Kerk; Gij Heiland, die ons door uw Kruis hebt verlost. Door uw Kruis versterk haar fundamenten, bevestig en behoed hare kinderen. Door uw Kruis overwin den verdrukker die haar voortdurend kwelt. Door uw Kruis beschaam de duivelen en de boze mensen. Door uw Kruis geef aan de priesters inwendige vrede; laat de heersers in liefde met elkaar verbonden zijn. Uw Kruis voltooie in haar de grote, inwendige vrede. Dat door uw Kruis, Heer, de Kerk verheven worde, en allen die haar haten, vernederd. Door uw Kruis, Heer, ontneem de hoogmoed aan alle volken die zich bereiden ten oorlog. Door uw Kruis, Heer, moge uw herder standvastig aan het hoofd zijner kudde staan. Door uw Kruis mogen alle herders toenemen in elke wijsheid, en de schapen uwer kudde groeien in kracht. Door uw Kruis mogen de
| |
| |
priesters schitteren in den Geest die Gij ons hebt gezonden. Door het Kruis worde de schuld der zonden kwijtgescholden in de kracht van het lichaam en het bloed, dat om harentwil werd vergoten. In uw Kruis ook mogen uw dienaren de heilige geheimen vieren. Door uw Kruis moge uw volk onwankelbaar staan en tegen alle kwaad worden beschermd. Vermeerder door uw Kruis ons aardse voedsel en geef het in overvloed aan wie U aanbidden. Geef door uw Kruis rust aan het lichaam, opdat het heil der ziel er in wone. Dat door uw Kruis allen, die van de weg zijn afgedwaald, in vrede tot de kinderen der Kerk wederkeren. Dat door uw Kruis alle afgestorvenen de kwijtschelding van hun schuld verkrijgen. Bewaar ons, Heer, door uw Kruis. Door uw Kruis, Heer, versterk ons. Door uw Kruis, Heer, bescherm ons. Uw Kruis, Heer, zij een vesting voor allen die het aanbidden.
| |
Strofen uit de feestgetijden volgens de Byzantijnse ritus
Komt, alle volkeren, laat ons aanbidden het gezegende hout, dat eeuwige gerechtigheid bracht. Die door het hout den oervader Adam bedroog, is door het Kruis misleid; in vreselijke val stort neder die zich met geweld had meester gemaakt van het maaksel des Konings. Goddelijk bloed spoelt weg het vergif van de slang en doet wijken de vloek van een rechtvaardige doem. Want door hout moest het hout worden genezen, en door lijden van een onlijdelijke moest worden gedelgd het lijden van wie om het hout werd gevloekt. U zij glorie, Christus Koning, om uw verheven heilsbestel, waardoor Gij allen in goedheid en liefde hebt gered.
Wat Moses weleer in zichzelf heeft verbeeld, toen hij Amalek versloeg en verdreef; wat David de zanger beval als uw voetbank te eren, uw kostbaar Kruis, o Christus God, aanbidden wij zondaars vandaag met onwaardige lippen; wij zingen U lof, die U gewaardigd hebt daaraan te worden gehecht, en roepen U toe, Heer, met den rover: Geef ons te delen in uw koninkrijk.
|
|