| |
De toediening van het vormsel
¶ De plechtigheden en gebeden waarmee de priesters het vormsel toedienen, zijn geheel gelijk aan die welke in het Romeinse Pontificale voor de toediening door den bisschop zijn voorgeschreven. Uitgezonderd zijn natuurlijk de voorschriften betreffende de bisschoppelijke onderscheidingstekenen en de zetel.
De bisschop mag het vormsel te allen tijde toedienen. Bijzonder geschikt echter is de Pinksterweek. Ook wordt het sacrament bij voorkeur in de morgenuren toegediend; in dit geval zullen de vormelingen het nuchter ontvangen. Bindende voorschriften bestaan echter niet op dit punt.
De bisschop, gekleed in witte gewaden, neemt plaats op een zetel, welke midden voor het altaar is geplaatst. Nadat hij zijn handen heeft gewassen, wordt hem de mijter van het hoofd genomen. Hij staat op en bidt met het gezicht naar de vormelingen die voor hem liggen geknield:
DE Heilige Geest dale op u neder, en de kracht des Allerhoogsten beware u voor zonden. ℟. Amen. |
SPIRITUS Sanctus superveniat in vos, et virtus Altissimi custodiat vos a peccatis. ℟. Amen. |
℣. Onze hulp is in de Naam des Heren. |
℣. Adjutorium nostrum in nomine Domini. |
℟. Die hemel en aarde gemaakt heeft. |
℟. Qui fecit caelum et terram. |
℣. Heer, verhoor mijn gebed. |
℣. Domine, exaudi orationem meam. |
| |
| |
℟. Et clamor meus ad te veniat. |
℟. En mijn geroep kome tot U. |
℣. Dominus vobiscum. |
℣. De Heer zij met u. |
℟. Et cum spiritu tuo. |
℟. En met uw geest. |
Vervolgens strekt de bisschop zijn handen uit over de vormelingen, en zegt het volgende gebed. Volgens sommige theologen is dit de handoplegging waarop reeds in de Handelingen der Apostelen wordt gezinspeeld. De meesten echter menen, dat de zalving met chrisma tegelijkertijd handoplegging is. In ieder geval zijn de vormelingen gehouden de plechtigheid van de aanvang af geheel bij te wonen, zodat op vele plaatsen het voorschrift bestaat dat de kerk bij het begin wordt afgesloten.
Oremus. - Omnipotens sempiterne Deus, qui regenerare dignatus es hos famulos tuos ex aqua et Spiritu Sancto, quique dedisti eis remissionem omnium peccatorum: emitte in eos septiformem Spiritum tuum Sanctum Paraclitum de caelis. ℟. Amen. |
Laat ons bidden. - Almachtige, eeuwige God, die deze uwe dienaren hebt willen doen herboren worden uit water en den Heiligen Geest, en die hun vergiffenis van alle zonden hebt geschonken; zend uit de hemelen over hen uw zevenvormigen Heiligen Geest, den Vertrooster. ℟. Amen. |
Spiritum sapientiae et intellectus. ℟. Amen. |
Den Geest van wijsheid en verstand. ℟. Amen. |
Spiritum consilii et fortitudinis. ℟. Amen. |
Den Geest van raad en sterkte. ℟. Amen. |
Spiritum scientiae et pietatis. ℟. Amen. |
Den Geest van wetenschap en godsvrucht. ℟. Amen. |
Adimple eos Spiritu timoris tui, et consigna eos signo Cru✠cis Christi, in vitam propitiatus aeternam. Per eundem Dominum nostrum Jesum Christum Filium tuum, qui tecum vivit et regnat in unitate ejusdem Spiritus Sancti Deus, per omnia saecula saeculorum. ℟. Amen. |
Vervul hen met den Geest van uw vrees, en stempel hen met het teken van Christus' ✠ kruis, en wees hun genadig ten eeuwigen leven. Door denzelfden Jesus Christus uw Zoon onzen Heer, die met U leeft en heerst in de eenheid van dien Heiligen Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen.
℟. Amen. |
De bisschop neemt weer plaats op zijn zetel en dient, met de mijter op het hoofd, aan ieder der vormelingen afzonderlijk het heilig vormsel toe. De vormelingen of de borg of een der priesters noemt telkens de naam van den vormeling, welke volgens plaatselijk gebruik een andere kan zijn dan die welke hij bij het doopsel ontving. Met de rechterduim tekent de bisschop op het voorhoofd van den vormeling een kruis met het chrisma, terwijl hij dikwijls tegelijkertijd de hand op het hoofd van den vormeling legt. In sommige
| |
| |
streken is het gebruikelijk, dat de vormeling tijdens het ontvangen van het sacrament een brandende kaars in de hand houdt. De borg houdt den vormeling bij de schouders.
De woorden welke de bisschop spreekt, zijn volgens het oude gebruik der Westerse Kerk:
N., ik teken u met het teken des ✠ kruises, en ik vorm u met het chrisma des heils. In de Naam van den Vader ✠ en den Zoon ✠ en den Heiligen ✠ Geest. ℟. Amen. |
N., signo te signo Cru✠cis et confirmo te chrismate salutis. In nomine Pa✠tris, et Fi✠lii, et Spiritus ✠ Sancti. ℟. Amen. |
Vervolgens geeft de bisschop den vormeling een lichte kaakslag, ten teken dat de christen nu een ridder is in de dienst van God. Hij zegt daarbij:
Vrede zij met u. |
Pax tecum. |
Met watten wordt het chrisma van het voorhoofd der vormelingen genomen; ofwel wordt hun hoofd omwonden met een linnen doek, welke later wordt verbrand. - De bisschop reinigt zijn handen en heft de volgende antifoon aan, welke door het koor wordt voortgezet.
Bevestig, God, wat Gij in ons hebt uitgewerkt, vanuit uw heilige tempel, die is in Jerusalem. |
Confirma hoc, Deus, quod operatus es in nobis, a templo sancto tuo, quod est in Jerusalem. |
Eer zij den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest; zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto; sicut erat in principio, et nunc et semper, et in saecula saeculorum. Amen. |
En men herhaalt:
Bevestig, God, wat Gij in ons hebt uitgewerkt, vanuit uw heilige tempel, die is in Jerusalem. |
Confirma hoc, Deus, quod operatus es in nobis, a templo sancto tuo, quod est in Jerusalem. |
De bisschop staat op en wendt zich naar het altaar.
℣. Toon ons, Heer, uw barmhartigheid. |
℣. Ostende nobis, Domine, misericordiam tuam. |
℟. En geef ons uw heil. |
℟. Et salutare tuum da nobis. |
℣. Heer, verhoor mijn gebed. |
℣. Domine, exaudi orationem meam. |
℟. En mijn geroep kome tot U. |
℟. Et clamor meus ad te veniat. |
℣. De Heer zij met u. |
℣. Dominus vobiscum. |
℟. En met uw geest. |
℟. Et cum spiritu tuo. |
Laat ons bidden. - God, die uw |
Oremus. - Deus, qui apo- |
| |
| |
stolis tuis Sanctum dedisti Spiritum, et per eos eorumque successores ceteris fidelibus tradendum esse voluisti: respice propitius ad humilitatis nostrae famulatum, et praesta; ut eorum corda, quorum frontes sacra chrismate delinivimus, et signo sanctae Crucis signavimus, idem Spiritus Sanctus in eis superveniens, templum gloriae suae dignanter inhabitando perficiat: Qui cum Patre et eodem Spiritu Sancto vivis et regnas Deus, in saecula saeculorum. ℟. Amen. |
apostelen den Heiligen Geest hebt gegeven, en hebt gewild dat Hij door hen en hun opvolgers aan de overige gelovigen zou worden medegedeeld; zie genadig neer op ons nederig dienstwerk, en geef dat dezelfde Heilige Geest nederdale in hen wier voorhoofd wij met het heilig chrisma hebben gezalfd en met het teken van het heilig kruis hebben getekend, opdat Hij Zich gewaardige te wonen in hun hart, en dit make tot de tempel van zijn heerlijkheid. Gij die met den Vader en dienzelfden Geest leeft en heerst, God in de eeuwen der eeuwen. ℟. Amen. |
Daarna zegt hij:
Ecce sic benedicetur omnis homo, qui timet Dominum. |
Zie, zo wordt gezegend ieder mens die den Heer vreest. |
En tot slot geeft de bisschop den nieuwgevormden zijn zegen:
Bene✠dicat vos Dominus ex Sion, ut videatis bona Jerusalem omnibus diebus vitae vestrae, et habeatis vitam aeternam. ℟. Amen. |
Zegene ✠ u de Heer uit Sion, opdat gij de goederen van Jerusalem moogt aanschouwen alle dagen uws levens, en het eeuwige leven bezitten. ℟. Amen. |
Volgens het Pontificale kan de bisschop hierna tot de nieuwgevormden en hun borgen een toespraak houden.
| |
Gebeden na het ontvangen van het vormsel
Bevestig, God, wat Gij in ons hebt uitgewerkt, van uit uw heilige tempel die is in Jerusalem. (Ps. 67, 29)
Zie neder, onze Heer en God Jesus Christus, op hen die in het doopsel met U werden bekleed en over wie de gaven van den Heiligen Geest werden afgeroepen. Bewaar ons in uw bescherming, opdat wij altijd onoverwinnelijke strijders mogen zijn tegen de geestelijke vijanden; en sta ons bij, opdat wij overwinnen ten einde toe en uw onverwelkbare zegekrans ontvangen. Want Gij zijt het die vergeving schenkt en verlossing, en U verheerlijken wij, met den Vader en den Heiligen Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
|
|