| |
| |
| |
II. Gebeden
Ontleend aan de liturgieën der oosterse kerken
Voor de communie
Oefening van geloof
DIT is waarlijk het Lichaam en het Bloed van Emmanuel, onzen God. Ik geloof, ik geloof, ik geloof en belijd tot mijn laatste snik, dat dit is het levengevende Vlees hetwelk uw eniggeboren Zoon, onzen Heer en God en Zaligmaker Jesus Christus heeft aangenomen van ons aller Meesteres, de heilige Moeder Gods Maria; Hij verenigde het met zijn Godheid zonder een van beide te doen verdwijnen, zonder vermenging en verandering. Nadat Hij de goede belijdenis had gesproken voor Pontius Pilatus, gaf Hij het voor ons op de heilige boom van het kruis uit vrije wil, Hij zelf voor ons allen. Het werd voor ons overgeleverd, opdat het zou strekken tot heil en vergeving van zonden en eeuwig leven voor allen die er van ontvangen. Ik geloof dat dit de waarheid is. Amen.
| |
Dankzegging
Wij danken U, onzichtbare Koning, dat Gij in uw onmetelijke macht het heelal hebt geschapen en in uw grote ontferming alles uit het niet tot het zijn hebt gebracht. Zie, Heer, uit de hemel neder op hen die hier met gebogen hoofd voor U staan; want niet voor vlees en bloed hebben zij het hoofd gebogen, maar voor U, den vreeswekkenden God. Doe, Heer, deze Gaven in ieder onzer uitwerken wat goed is naar ieders behoefte: vergezel hen die varen, reis mede met de reizigers, en genees de zieken, Gij heelmeester van onze ziel en ons lichaam; door de genade en de ontferming en de liefde van uw eniggeboren Zoon, met wien Gij geprezen zijt, tezamen met uw alheiligen, goeden en levendmakenden Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Meester, Heer en God almachtig, die troont op de cherubim en door de seraphim wordt aanbeden; die de hemel gemaakt hebt uit water en met de koren der sterren gesierd; die in den hoge de geestelijke legermachten der engelen hebt geplaatst tot uw eeuwige verheerlijking, voor U buigen wij onze ziel en ons lichaam neder, ten teken onzer dienstbaarheid. Wij bidden U: verdrijf uit ons verstand de donkere aanval der zonde en verlicht het met de goddelijke stralen van uw Heiligen Geest; opdat wij, vervuld van uw kennis, waardig mogen deelhebben aan deze gaven van het reine Lichaam en het kostbare Bloed van uw eniggeboren Zoon, onzen Heer en God
| |
| |
en Zaligmaker Jesus Christus. Vergeef ons in uw grote en ondoorgrondelijke goedheid onze veelsoortige zonden om wille van de genade, de ontferming en de liefde van uw eniggeboren Zoon.
God, die ons zozeer hebt liefgehad en ons de waardigheid van het kindschap hebt verleend, zodat wij kinderen Gods worden genoemd en ook zijn, erfgenamen van U, o Vader, en mede-erfgenamen van uw Christus; neig, Heer, uw oor en verhoor ons, die met het hoofd gebogen voor U staan. Reinig ons naar den innerlijken mens, zoals rein is uw eniggeboren Zoon dien wij zullen ontvangen. Dat alle onkuisheid en onzuivere gedachte vluchte door de komst van den God die uit een Maagd werd geboren. Dat vluchte de ijdelheid en dat oudste kwaad, de hoogmoed, voor Hem die Zich om onzentwil heeft vernederd; moge vluchten de traagheid voor Hem, die geleden heeft in het vlees en het zegeteken van het kruis heeft opgericht; moge vluchten de ijdele roem voor Hem, die werd geslagen en gegeseld, en die zijn gelaat niet heeft afgewend van wie Hem bespotten en bespuwden; mogen vluchten nijd en manslag en tweedracht en haat voor het Lam van God, dat wegneemt de zonde der wereld; mogen vluchten de toorn en de wraakzucht voor Hem, die het handschrift der zonden aan het kruis heeft gehecht; mogen demonen en duivel vluchten voor Hem, die de heerschappij der boosheid heeft overwonnen en de machten der duisternis ontkracht. Moge vluchten alle wijsheid dezer wereld voor Hem, die werd opgenomen ten hemel; opdat wij zo in zuiverheid deel hebben aan het allerzuiverst geheim; naar geheel onze ziel worden geheiligd; in lichaam en geest één van lichaam en deelgenoot en gelijkvormig worden met uw Christus; onze mond vol worde van uw lof en onze lippen van uw verheerlijking; en wij bezingen uwe glorie, van den Vader en zijn eniggeboren Zoon, die is vóór alle eeuwigheid, door wien en met wien U heerlijkheid zij en macht, tezamen met uw alheiligen, goeden en levendmakenden Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
God, wiens Naam boven alle namen is, die groot zijt in uw oordeel en machtig in uwe werken, God en Vader van uw heiligen Zoon Jesus, onzen Verlosser; zie neder op ons en deze uw kudde, die Gij door Hem hebt uitgekozen tot heerlijkheid van uw Naam; heilig ons lichaam en onze ziel, en verleen ons, gereinigd van alle besmetting naar vlees en geest, deel te hebben aan deze Gaven. Niemand onzer worde onwaardig bevonden; maar wees Gij onze helper, onze beschermer en verdediger; door uw Christus, met wien U eer zij en glorie, lof, verheerlijking en dankzegging in gemeenschap met den Hei- | |
| |
ligen Geest in eeuwigheid. Amen.
| |
Gebed van Mar Jacob
Vader der waarheid, zie naar uw Zoon, het offer uwer verzoening; aanvaard Hem die voor mij is gestorven, en moge ik door Hem vergeving ontvangen. Neem dit offer aan uit mijn handen, verzoen U met mij, en wees niet langer indachtig de zonden welke ik tegen uwe hoogheid bedreef. Zie neder op zijn Bloed, dat op Golgotha door boze mensen werd vergoten en dat voor mij ten beste spreekt; om wille van dit Bloed aanvaard mijn gebed. Groot als mijn misdaden is ook uw ontferming; als Gij haar zoudt wegen, uw ontferming zou op de weegschaal zwaarder zijn dan de bergen welke Gij hebt afgewogen. Zie naar mijn zonden en naar het offer dat er voor wordt gebracht; want offer en offergave zijn veel groter dan deze zonden. Omdat ik zondigde, heeft uw veelgeliefde Zoon nagels en lans verdragen; zijn lijden is voldoende om mij met U te verzoenen en om mij te doen leven. Eer zij den Vader, die zijn Zoon voor ons heil heeft overgeleverd; en aanbidding zij den Zoon, die voor ons is gestorven aan het kruis en ons allen het leven heeft hergeven; en dank zij den Heiligen Geest, die het geheim van onze verlossing heeft begonnen en voltooid. Drievuldigheid, boven alles verheven, ontferm U over ons allen.
| |
Gebed van patriarch Severus
Dikwijls worden in de eucharistische gebeden van de Oosterse kerken de heilige Gaven vergeleken met de gloeiende kool welke de engel den profeet Isaias in de mond legde.
God, die ons naar uw welbehagen hebt voorbestemd uw aangenomen kinderen te worden door Jesus Christus onzen Heer, opdat wij zouden prijzen de heerlijkheid der genade, welke Gij ons in uw geliefden Zoon hebt geschonken; wij danken U dat Gij ons ondanks onze zondigheid waardig keurt op deze heilige plaats voor U te treden en deel te hebben aan de hemelse Geheimen. Gij die de ogen der blinden hebt geopend, open de ogen van ons hart; opdat zij vrij zijn van zelfs de geringste duisternis van zonde en boosheid, en wij ze mogen opheffen tot de luister van uw heilige heerlijkheid. En gelijk Gij de lippen van uw dienaar Isaias hebt gezuiverd, toen een van de seraphim met een tang een gloeiende kool van het altaar nam en zeide: ‘Zie, dit heeft uw lippen aangeraakt; het zal uw ongerechtigheden wegnemen en al uw zonden delgen’; kom zo ook tot ons, uw onwaardige en zondige dienaren, en reinig onze ziel en ons lichaam, onze lippen en ons hart; en reik ons deze waarachtige kool, welke ziel en lichaam en geest leven schenkt, en welke is het heilig Lichaam en het kostbaar Bloed van uw Christus. Laat ons dit niet ontvangen tot oordeel, tot
| |
| |
veroordeling of verwijt en kastijding voor onze overtredingen; maar dat het ons zij tot volheid van den Heiligen Geest, opdat wij met een zuiver hart en een verlicht geweten, zonder beschaming en in een ongeveinsd geloof, met volmaakte liefde en onwankelbare hoop U mogen dienen en prijzen.
Bij het ontvangen van het Lichaam en Bloed des Heren bezingen wij de Kerk, welke de schatkamer is waar ons zulke grote Geheimen worden bewaard. Zij wordt voorafgebeeld door het Sion van de oude wet, en is een tweede hemel.
Moeder des geloofs, schrijn van het heilig huwelijk, gij hemels bruidsvertrek,
Woning van uw onsterfelijken Bruidegom, die u voor eeuwig heeft gesierd,
Een wondere tweede hemel zijt gij, verheven van heerlijkheid tot heerlijkheid,
Gij, die door het bad ons tot uw kinderen doet herboren worden, stralend als het licht, Die ons reikt dit smetteloze brood en ons dit zuiver bloed te drinken geeft
En ons verheft tot hoger orde dan de engelen bereiken.
Komt dan, kinderen van het nieuwe Sion, en ga uw Heer tegemoet in heiligheid;
O smaakt en ziet, hoe zoet onze Heer is en machtig.
De oude tabernakel was uw voorbeeld, maar gij zijt heerlijker.
Hij deed de bronzen deuren openspringen; gij schokt de poorten van de hel tot op haar vesten.
Hij scheidde de Jordaan; gij splijt de zee van alle zonden zonder tal.
Zijn hoofd was Josue de rechter; het uwe is Jesus, de enige Zoon des Vaders.
Dit brood is Christus' Lichaam; deze beker is het Bloed van het Nieuwe Verbond.
Het grootste der geheimen is ons onthuld; God heeft hierin Zichzelf geopenbaard.
Dit is dezelfde Christus, Woord van God, die aan de rechterhand des Vaders is gezeten,
Die in ons midden hier geofferd wordt en wegneemt de zonde der wereld.
Geprezen is Hij voor eeuwig met den Vader en den Geest, Nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.
| |
Na de communie
Wij hebben het waarachtige Licht gezien, wij hebben den hemelsen Geest ontvangen en het ware geloof gevonden, toen wij de ondeelbare Drievuldigheid aanbaden; want Zij heeft ons gered.
Vervuld werd onze mond van vreugde en onze tong van blijdschap bij het ontvangen van uw heilige Geheimen, Heer. Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, hebt Gij bereid, o God, voor hen die uw heilige Naam beminnen, en geopenbaard aan de kleinen van uw heilige Kerk. Gezegend zijt Gij, God en Vader
| |
| |
van onzen Heer, God en Zaligmaker Jesus Christus, door wien U ere zij in de eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Tot Christus
Bewaar mijn leven, Christus God, voor alle bekoring; doe mijn vijand vol schaamte terugwijken, zo dikwijls hij mij kwaad wil doen. Wees Gij de sterkte en standvastigheid van mijn gedachten, van mijn tong en van geheel de wandel van mijn lichaam. Sta mij steeds terzijde, gelijk Gij dit zo zeker hebt beloofd: ‘Wie mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem’. Gij zelf hebt dit gezegd in uw liefde; bekrachtig nu deze zeer heilige en onfeilbare woorden van uw mond. Want Gij zijt een God van ontferming, van medelijden en liefde, de Gever van alle goeds; en U zij heerlijkheid met den Vader en uw Heiligen Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Smeekgebed
Heer, almachtige God, Vader van uw gezegenden Zoon Christus, Gij verhoort hen die U op de juiste wijze aanroepen, en zelfs van hen die zwijgen, verstaat Gij het gebed. Wij danken U dat Gij ons verleendet deel te hebben aan uw heilige geheimen, welke Gij ons bereid hebt tot volledig begrip van wat wij leerden kennen, tot beschutting der godsvrucht en tot vergeving der zonden. Want de Naam van Christus is over ons afgeroepen en wij zijn met U verenigd. Gij die ons hebt doen heengaan uit de gemeenschap der goddelozen, verenig ons met hen die U zijn toegewijd; sterk ons door het bezoek van den Heiligen Geest in de waarheid; openbaar ons wat wij niet weten; vul aan wat ons ontbreekt, en maak krachtig wat wij hebben erkend.
Bescherm de priesters onbesmet in uw dienst; bewaar de koningen in vrede, de heersers in rechtvaardigheid, de lucht in goede gesteltenis, de vruchten in welstand en de wereld in uw almachtige Voorzienigheid. Doe de oorlogzuchtige volkeren tot bedaren komen en bekeer de dwalenden. Heilig uw volk, bewaar de maagden, bescherm de gehuwden in geloof, sterk hen die in onthouding leven, breng de onmondigen tot volwassenheid, geef kracht aan de nieuwgedoopten, onderricht de katechumenen en maak hen waardig te worden ingewijd. En leid ons allen tezamen binnen in het rijk der hemelen; in Christus Jesus onzen Heer, met wien U en den Heiligen Geest heerlijkheid zij, eer en aanbidding in eeuwigheid. Amen.
| |
Dankzegging tot de heilige Drievuldigheid
Wij zeggen U dank, Vader almachtig, dat Gij ons de heilige Kerk bereid hebt tot een haven van rust en tot een tempel van heiligheid waar de heilige Drievuldigheid wordt verheerlijkt. Alleluja.
| |
| |
Wij zeggen U dank, Koning Christus, dat Gij ons het leven hebt geschonken door uw levengevend Lichaam en uw heilig Bloed. Schenk ons uw vergeving en uw grote ontferming. Alleluja.
Wij zeggen U dank, waarachtige Geest, die de nieuwheid zijt der heilige Kerk. Bewaar haar zonder vlek in het geloof der Drievuldigheid, van nu af tot in eeuwigheid. Alleluja.
Gij, die de vervulling zijt van de Wet en de profeten, Christus onze God, die geheel het heilsbestel des Vaders hebt vervuld, maak onze harten vol van uw vreugde en blijdschap, immer, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
En voor het verlaten van de kerk groeten wij het altaar, het beeld van Christus en de voorafbeelding van het hemels altaar, dat is de troon van het Lam.
Vaarwel, heilig en goddelijk altaar des Heren. Het is mij onbekend of ik tot u zal wederkeren of niet. De Heer verlene mij u te aanschouwen in de Kerk van den Eniggeborene, welke in de hemel is.
Vaarwel, heilig zoenaltaar van het heilig Lichaam en het Bloed der verzoening, welke ik van u mocht ontvangen. Mogen zij mij strekken tot vergeving van zonden en tot vertrouwen, wanneer ik zal staan, mijn Heer en mijn God, voor uw vreeswekkende rechterstoel.
Vaarwel, heilig altaar, tafel van leven, en verkrijg voor mij van onzen Heer Jesus Christus, dat ik uwer altijd zal herinneren, van nu af tot in eeuwigheid.
|
|