[Voorwoord van Zijne Eminentie J.E. Kardinaal van Roey]
Aartsbisdom Mechelen
Deze bloemlezing uit den christelijken gebedenschat van alle tijden en volkeren is een werk van diepe godsvrucht en tevens van zeer rijk gehalte. De indeling van dit ‘Groot Gebedenboek’ zal het elken lezer gemakkelijk maken, het gebed te vinden dat aan zijn behoeften van het ogenblik beantwoordt. Hij zal leren bidden zowel met het groot liturgisch gebed der Kerk als met de meesters van het geestelijk leven. Het werk is bedoeld als een gebedenboek dat zijn plaats inneemt naast het Missaal.
Wij wensen dan ook dat het door onze priesters en door onze ontwikkelde leken zou gekend en gebruikt worden.
Bidden blijft voor velen een moeilijke taak. ‘Domine, doce nos orare’, zegden de Apostelen tot den Heer, en Hij leerde hen het ‘Onze Vader’. Hier vinden wij den naklank van dit groot gebed onder honderden vormen. De huidige wereld heeft meer dan ooit nood aan dergelijk voedsel.
Mechelen, 22 November 1950.
De Aartsbisschop van Mechelen,