Voetje van de vloer

[p. 28]

[p. 29]

Jan Rap

De hond van Hansje heet Jan Rap.
Jan gaat nooit zonder Hans op stap
en Hansje zie je nooit op straat
dan samen met Jan Rap, zijn maat.

Vandaag toen Hans naar school zou gaan,
- Jan Rap er springend achteraan -
toen is er bij de groenteman
iets vreselijks gebeurd met Jan.

De groenteman sprong op zijn fiets,
Hans zag hem nog, maar Jan zag niets.
En toen opeens: geschreeuw, geroep,
Jan Rap lag roerloos naast de stoep.

De hele straat werd stil van schrik;
dat duurde maar een ogenblik,
toen riep een man: ‘op nummer vier,
daar woont een dokter, haal hem hier!’

En ja, die dokter kwam meteen.
Hans vroeg hem door zijn tranen heen:
‘O, dokter, Jan gaat toch niet dood?’
‘Welnee’, zei die, ‘het is zijn poot.’

Nu ligt Jan Rap thuis in zijn mand,
zijn rechtervoorpoot in verband.
Hans is er niet vandaan te slaan
en draagt maar lekkre hapjes aan.

[p. 30]

 

De hele straat komt op bezoek

 

met vlees en worst, ja zelfs met koek!

 

De post brengt brieven voor Jan Rap,

 

daarin staat: spoedig beterschap.