Voetje van de vloer

[p. 16]

[p. 17]

Saartje

Heb jullie in de straat misschien
een poesje met een strik gezien?

Vanmorgen - 'k was net opgestaan -
heb ik die om haar hals gedaan.

‘Hier Saartje, kom eens,’ vleide ik,
‘je bent veel mooier met een strik.’

Maar Saartje schudde met haar kop
alsof ze zeggen wou: ‘hou op’.

Ze sprong op straat en liep en liep;
het gaf geen steek of ik al riep.

Als jij haar nu soms ergens ziet,
roep dan maar Saartje, anders niet.

En houd gerust die strik van zij,
als ze maar terugkomt, terug bij mij.