De twaalf mannetjes(1957)–Mies Bouhuys– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] [pagina 11] [p. 11] Klein Klaasje en het paasei Elke dag komt kleine Klaasje langs de bakkersetalage, maar nooit kan hij er voorbij: hij moet kijken naar het ei. 't Is een ei met echte ramen, drommen haasjes duwen samen kiepkarren vol eieren voort door de chocolade-poort. Met in iedre poot een ruiker danst een lammetje van suiker uit de tuin door het portaal naar de Paashaas in de zaal. Op en af een ladder hippen gele kuikentjes en kippen, maar het mooist is bovenaan de gespoorde gouden haan. En die duifjes dan, die witte, die zo zoet op 't nestje zitten en die vlag daar in de top! ‘Vrolijk Pasen’ staat erop. Toch vraagt met de Paas klein Klaasje enkel om een suikerhaasje. ‘Want’, zegt hij, ‘dat wonderei, is toch veel te groot voor mij.’ Vorige Volgende