Approbatie.
RYpelijck en met genoechte des Herten overlesende dit niet min gheleert als Godtvruchtigh Boecksken gemaeckt door den E. P.F. Fulgentius Bottens Minderb. Recollect, Lector Jubilatus vande H. Godtheyt ende Definiteur vande Provincie van Vlaenderen van S. Joseph, ende van hem met [r]echt genaemt het Goddelick Herte, ofte Woonste Godt's i[n] het Herte, scheen den Heere door den Propheët Jsaias cap. 55 te seggen: Alle die dorstigh zijt tot uwe Saligheyt, komt tot de Wateren; komt koopt sonder Geld en sonder eenighe mangelinghe Wijn en Melck: want hie[r] sal het Herte vinden het Water vande Goddelicke gratie om dat te suyveren van alle ongeregelde driften en begeerten: Melck, om dat in het Goedt te verste[r]cken, ende Wijn, om door een oprechte liefde, Godt alleen met blijdtschap aen te hanghen, ende als naer een Herte met het Goddelick Herte te worden. Om dat dan dele leeringen een yder sonder moeyte magh bekommen, sal dit Boecksken seer profijt[i]gh door den Druck gemeen gemaeckt worden. Aldus gedaen in ons Convent der Minderbroeders Reco[l]lecten tot Brugghe den 13. October 1685.
F. G[a]udentius vanden Kerckhove S. Theol. Lector.