Huygens knikt Nelis nu bemoedigend toe.
Ze gaat met de vrouw mee. Wat in de kamer achter die deur gebeurt weet niemand.
Binnen gaat het proces door. Huygens geeft Reinier alle gelegenheid om zijn getuigenis breeduit te vertellen. De secretaris luistert schijnbaar aandachtig.
Dirk Nooten zit zich vreselijk kwaad te maken. Wat een leugens!
Valentijn legt zijn hand op de schouder van zijn vader.
‘Niet opwinden,’ fluistert hij. ‘We kunnen nu niets doen.’
Weer geeft Martha een teken om de hoek van de deur.
Huygens is duidelijk blij. Het gezeur van dat verwaande jongetje verveelt hem.
‘Laat verdachte binnenkomen,’ zegt hij.
Dan volgt een merkwaardige voorstelling.
Martha loopt plechtig de zaal in, ze heeft op haar armen de versleten matrozenplunje van Nelis. Het mutsje ligt er boven op.
Achter haar komt Neeltje Nooten. Ze draagt een prachtige jurk, smal in de taille, wijd uitstaand naar beneden; een heldergele rok met daarboven een fraai geborduurd lijfje van lichtblauwe stof. Haar lange blonde lokken zijn naar achteren gekamd. Ze kijkt verlegen naar de grond.
Achter in de zaal glipt Simon naar binnen, hij hoorde in de keuken iets over dit proces. Hij kijkt zijn ogen uit.
‘Wat is ze mooi,’ fluistert hij. ‘En ze heeft haar vader gevonden.’
‘Mijne heren,’ zegt Huygens, ‘we hebben de zware beschuldigingen gehoord die uitgesproken zijn tegen Nelis Nooten. Hier voor ons zien we de schavuit.’ Hij wijst naar het jongenspak.
‘De jongedame daar is niet Nelis Nooten, zij heet Neeltje Nooten, dochter van de flinke zeeman Dirk Nooten, hier aanwezig. Neeltje Nooten is zojuist hier binnengetreden, zij heeft niets uitstaande met de deugniet Nelis.’
Reinier springt op en wil iets zeggen. Huygens legt hem met een kort gebaar het zwijgen op.
‘Aan de verdachte zullen wij de gerechte straf voltrekken.’
Hij geeft een teken en Martha hijst aan een touw bij het raam het pakje kleren op. Ze heeft het met grove steken zo aan elkaar genaaid dat het uitgerold als een pop blijft hangen. De muts is