januari en bovendien de wind in de goede hoek. Vanuit Algiers werden ze niet achtervolgd, dat lag voorgoed achter hen.
Na het ontbijt zongen Luigi en de jongens plechtig:
‘In mijn kerker opgesloten...’
‘Dat lied heb je precies op tijd gezongen, Daniël,’ zei Luigi. ‘Als ik dat niet had gehoord, had ik je nooit gevonden.’
‘Dat was een lied voor de vrijheid,’ zei Daniël.
Het schip van Luigi bleek een snelle zeiler. De volgende dag al bereikten ze Gibraltar.
‘Waar gaan we heen?’ vroeg Daniël.
‘Naar Amsterdam,’ lachte Luigi, ‘wat dacht je?’
‘Moest je daar dan heen?’
‘Met deze lading durf ik er wel binnen te komen.’
Ze haalden zelfs het langzame konvooi in. Toen ze het nauw van Calais waren gepasseerd voegde Luigi zich officieel bij de hollandse schepen. Op de woelige zee konden de jongen niet bij oom Karel komen. Met Luigi's schip voeren ze echter vlak langs de Phoenix. Ze wuifden en schreeuwden, en zeilden toen door naar de plaats die de admiraal had aangewezen in het konvooi.
Na twee dagen langzaam tegen de wind in kruisen bereikten ze eindelijk Texel. Het was vinnig koud. IJs hing in dikke pegels aan de touwen. De zeilen waren haast niet te bewegen. In die barre kou moesten ze acht dagen bij Texel blijven. Zo lang duurde het, eer de wind gunstig was om de Zuiderzee op te varen.
Ditmaal was er geen apart jacht voor Daniël. Hij kwam ook niet terug als het deftige jongetje, dat anderhalf jaar geleden vertrok. Hij was bruin, simpel gekleed, en veel groter geworden.
Met dooiweer bereikten ze Amsterdam. Het kleinere schip van Luigi kon gemakkelijk over de ondiepte van Pampus. De grotere schepen moesten daar met speciale bakken overheen getild worden. Een soort drijvende dokken, die men vol water onder het schip voer en dan leegpompte waardoor het schip een meter of twee hoger kwam te liggen. Zo kon heel voorzichtig het ondiepe gedeelte gepasseerd worden.
Luigi meerde af bij de Schreierstoren, en wilde meteen met Daniël naar de Keizersgracht.
De andere jongens aarzelden. Ze keken elkaar aan. Hier eindigde hun reis. Willem en Jantje gingen natuurlijk naar hun eigen huis.