Slot
Enkele dagen na de geslaagde vlucht mochten de achtergebleven vrouwen en kinderen vertrekken. De regering deed geen poging meer om de ontsnapten op te sporen en terug te brengen naar Loevestein.
De vader en moeder van Klaas gingen in Leiden wonen.
Over Klaas zelf is verder niets bekend. Hij zal wel tot zijn dood lakenkoopman gebleven zijn. Misschien is hij wel getrouwd, misschien had hij wel kinderen en kleinkinderen. Misschien leven er in ons land nog wel afstammelingen van deze jongen uit de zeventiende eeuw, van Klaas Bijsterus.
Als we hem konden vertellen dat de zeventiende eeuw de Gouden Eeuw wordt genoemd, zou hij ons misschien wat verbaasd aankijken.
Hij heeft beleefd wat in de Nederlanden gelukkig bijna nooit is voorgekomen: godsdienstvervolging van landgenoten door landgenoten.
In de jaren na 1631 heeft hij meegemaakt dat de tegenstelling tussen remonstranten en contra-remonstranten minder fel werd. Klaas heeft zijn leven lang gehoopt dat deze twee groepen het weer helemaal eens zouden worden. Daetselaar had hem jaren geleden gezegd: ‘We moeten geduld hebben. Er komt een tijd dat de mensen in dit land elkaar weer zullen verdragen.’
Hij kon niet weten dat het tot het midden van de twintigste eeuw zou duren eer het oude conflict werd opgelost.
Misschien is er toch wel een reden waarom we van Gouden Eeuw mogen spreken: mensen verdedigden hun idealen met de inzet van hun hele persoon, ze zetten er hun vrijheid en hun veiligheid voor op het spel. Dit idealisme heeft Nederland gemaakt tot wat het is: een land waar men vrij voor zijn mening mag uitkomen.