Woord vooraf
Dit verhaal gaat over Klaas Bijsterus, een jongen die ruim driehonderd jaar geleden leefde, in de zeventiende eeuw.
De zeventiende eeuw heet ook wel Gouden Eeuw, omdat Nederland toen een rijk land was, waar veel kunstenaars en geleerden woonden. Nu is het niet alles goud wat er blinkt, dat geldt ook voor de Gouden Eeuw. Voor heel veel Nederlanders was het een moeilijke en gevaarlijke tijd.
Tijdens de lange oorlog met Spanje is er een wapenstilstand geweest van twaalf jaar. In die tijd van vrede was er in ons land zoveel ruzie tussen de Nederlanders, dat er bijna een burgeroorlog door ontstond. De toestand was op het laatst dermate verward, dat prins Maurits zich genoodzaakt voelde met geweld in te grijpen. Een aantal mensen werd verbannen, gevangengezet of gedood.
De moeilijkheden waren begonnen met een meningsverschil over de godsdienst tussen twee professoren in Leiden. Al spoedig bemoeide iedereen zich ermee en dat maakte het probleem al maar ingewikkelder. Er waren twee partijen: de remonstranten en de contra-remonstranten. In 1618 en 1619 werd er in Dordrecht maandenlang vergaderd en aan het eind van al die vergaderingen werd besloten dat er geen remonstrantse kerkdiensten meer mochten worden gehouden.
Wij vinden dat nu een nogal onbegrijpelijke zaak, want de oorlog tegen Spanje werd gevoerd om vrijheid van godsdienst