Balthazar Gerards, moordenaar en martelaar
Voorwoord
Het boekje dat hier voor u ligt is het produkt van verbazing en nieuwsgierigheid.
Nieuwsgierigheid naar de moord op Oranje in 1584 en vooral naar de persoon van de dader. Verbazing dat er zo weinig over Balthazar Gerards gepubliceerd is. Door de medewerking van Delfia Batavorum kan dit manuscript in druk verschijnen.
Het hierna volgende is niet compleet. Er is ongetwijfeld meer te zeggen over de moord, de dader en de tijd waarin dit alles plaatsvond. Alles wat ik tot heden te weten kwam over de moord te Delft is in zo overzichtelijk mogelijke vorm bijeengebracht.
Velen stonden mij terzijde bij het verzamelen van materiaal; hen dank ik bijzonder hartelijk.
Vooral de archivarissen in steden waar het onderzoek me bracht bleken onvermoeibaar in het aandragen van telkens meer nieuw materiaal. Ik denk daarbij aan de heer A. May, archivaris te Luxemburg, de heer J. Courtieu, archivaris te Besançon voor het hele gebied Franche-Comté, de heer J. van Roey van het Antwerpse archief en vooral ben ik grote dank verschuldigd aan de heer H.W. van Leeuwen van het Delftse gemeentearchief. Samen met de heer G.G. Kunz was hij zo vriendelijk het gehele manuscript zorgvuldig door te lezen. Beide heren stonden de schrijver met raad en daad terzijde. Dr. M.A. Verschuyl had een belangrijk aandeel in het uitzoeken van het geschikte illustratiemateriaal, zijn eigen collectie was hierbij ook beschikbaar.
De Publikatie-commissie van Delfia Batavorum begeleidde het manuskript tot de uiteindelijke uitgave. Dr. H.L. Houtzager tekende het familiewapen van Gerards en stelde zijn tekening van de trap in het Prinsenhof ter beschikking van ontwerper Jelle Bosma die de omslag verzorgde.
De schrijver