Voorberigt.
De Schetsen die ik mijne Landgenooten aanbied, onder den titel van: Verspreide Verhalen etc., zijn niet nieuw. Zij hadden vroeger hunne plaats in het Magazijn van Romans en Verhalen, deel V, VI, VII, en in den Gids 1838. Zij zijn dus zoo oud dat zij dagteekenen van mijne allereerste schreden op het Gebied der Litterature facile. Eene enkele blik op die Novelle zelve, op de Echtgenooten van Turin, op alle deze Schetsen zamen; op het weifelende, het onbestemde, het onvoltooide van den stijl; op die jagt naar effect door het schrille, (om alle verdere gebreken van conceptie en bewerking daar te laten), zal ieder helderziend oog er nog beter van overtuigen, dan het jaartal onder de Verhalen zelve. En zoo ik nu ondanks die overtuiging van het zwakke en min belangrijke dier Schetsen ze evenwel ter afzonderlijke druk liet bijeen voegen, was dat niet enkel om toe te geven aan den herhaalden wensch van den Uitgever, maar omdat ik er ken onder mijne vrienden, die nog gaarne op deze wijze met mij willen terug zien op een' vroeger' tijd; omdat ik mij vleije met de hoop dat er onder mijne landgenooten zullen zijn, die, mij kennende uit latere schriften, niet zonder belangstelling zullen zijn voor de vroegeren, en eindelijk omdat ik er wete onder vrienden en vreemden beiden, die er zich eene behoefte van hebben