‘Nu ja,’ zeide de Hertog, ‘dat is ook zoo, dat is nù mijnheer d'Armentières! En wil ik u eens wat zeggen, de Nocé en gij allen, mijne heeren! van mijnheer den abt Dubois af, tot aan mijnheer François d'Aubigny toe, d'Armentières en ik ingesloten, hebben wij allen getracht door bedrog, door misleiding, door omwegen tot het doel te komen, dat wij ons hadden voorgesteld. Geen een van allen bereikt het, en wij verwarren de zaken zóó, dat wij er zelf niet meer weg in weten; daar komt een eenvoudig meisje, dat geene andere middelen gebruikt dan waarheid, natuurlijkheid en oprechtheid; en zij alleen weet de verwarring te doen ophouden, en te bewerken wat zij wenscht. Ik ben het preêken niet gewoon, mijne heeren! maakt u de toepassing zelf....’
Monseigneur! 't is niet verstandig, de uitzonderingen als regels te geven; en ik zou bij deze deugden een weinig voorzichtigheid voegen, als mevrouw de markiezin in de wereld moet verkeeren,’ zeide Dubois.
‘Ik wil het beproeven, voorzienige Heer!’ zeide Diana lachend; ‘slechts heb ik mij zoo goed bevonden bij den weg, mij door mijn vader gewezen, dat ik daarop in 't vervolg maar zal blijven voortgaan.’
Drie weken na deze voorvallen kreeg de Regent van Franrijk de officiëele mededeeling van den dood der prinses Orsini. ‘Ditmaal heeft ze dan toch d'Aubigny woord gehouden,’ dacht hij; ‘maar 't is ook.... omdat ze niet anders kon.’
In eene stad als Parijs, waar, onder zooveel afwisseling, alles zou schielijk oud wordt, was het huwelijk van d'Aubigny toen reeds een afgehandeld en vergeten praatje. Dit maakte ook, dat St. Simon zelf niet recht wist, hoe het er mede stond: ‘Il s'est marié avant ou peu de temps après la mort de la princesse des Ursins,’ zegt hij, en besluit daaruit, zooals de laatste het had gewild: dat de prinses en de écuyer niet getrouwd zijn geweest; wij vinden de conclusie wat gewaagd, doch laten ieder vrijheid tot de zijne.
Als kapitein van de garde, bracht d'Armentières het tot luitenant-generaal van de artillerie onder Lodewijk XV. François bleef met zijne echtgenoot Chanteloup bewonen, ontving er veel