Groote mannen.
Groote gaven hebben heiliging noodig, en hoe zal die verkregen worden zonder een doorgaan van de diepten die naar boven voeren? Om van geen geniale leiders uit vroegere eeuwen of uit den vreemde te spreken: onze Rembrand, onze Vondel, onze Bilderdijk, onze Da Costa, ze hebben allen geleden, geleden naar het hart, ze zijn getroffen geworden in het teerste, het liefste, het hoogste dat ze hadden om te beminnen; zij zijn miskend geworden, verguisd, vervolgd, gelasterd en tweesnijdende zwaarden der bitterheid hebben hun diepvoelende harten doorvlijmd. Maar nu, zoo men ze vragen kon of ze die smarten, dat lijden, die vervolging uit hun leven zouden willen missen, wat meent gij dat hun antwoord zou zijn?
Zie! en lees het uit hun werken.