dat hij het eenigszins als eene indiscretie beschouwde, weer beter te zijn geworden. Zij liet hem niet uitpraten, maar bragt hem aanstonds naar boven, den trap op, de slaapkamer binnen, en bij George's bed.
Egbert had zijn ambtgenoot naauwelijks waargenomen en bij de hand gevat, of hij begreep wat er gaande was. Het was hem alsof er zich een onheil, iets als een oordeel, boven zijn eigen hoofd zamenpakte.
- Niet al te wel, naar ik hoor? vroeg hij, terwijl Julia het gordijn opensloeg.
- Neen, Egbert, het is niet goed, lang niet goed. Ik houd het er voor dat ik uw voorbeeld volgen ga.
- Indien gij over u zelven even goed en.... en hartelijk.... en.... en christelijk praktiseert als gij over mij gedaan hebt, zal het wel losloopen.
- Gevoelt gij u gansch en al hersteld? vroeg George, zonder op de laatste woorden acht te slaan.
- O ja, gansch en al, en mijn eerste bezoek is bij u, omdat ik wenschte.... omdat ik mij verpligt gevoelde.... omdat ik behoefte had.... omdat ik u zeggen wilde.... omdat....
Collega Egbert verkeerde in den onaangenamen toestand van iemand die gedurende eenigen tijd onverdiende weldaden heeft genoten, en eindelijk bespeurt dat hij een min of meer verachtelijk wezen is. Hij kon niet al te best uit zijn woorden komen, en Julia, die bemerkte dat hare tegenwoordigheid hem hinderde, was edelmoedig genoeg om de kamer te verlaten en te zeggen dat zij hem beneden wachten zou.
Naauwelijks had zij de deur achter zich gesloten of George, met haast overeind rijzende, sprak nog met onverzwakte stem, doch terwijl zijn oog reeds blonk van een geheimzinnigen gloed:
- Praat mij niet over hetgeen ik voor u gedaan heb.