ter, die ze in ‘de Gids’ goed en aanmoedigend beoordeelde, in aanraking, en zoo ving in hetzelfde jaar, waarbij het levensverhaal afbreekt, de briefwisseling aan, die tot 1874, kort voor Potgieter's dood (3 Februari '75) bijna onafgebroken heeft voortgeduurd.
Mevrouw Bosboom's brieven in het bezit van de Universiteits Bibliotheek te Amsterdam sluiten zich alzoo, als 't ware, aan bij haar afgebroken autobiografie; en al geven ze op verre na niet wat, te oordeelen naar dit fragment, het levensverhaal had kunnen worden, ze geven toch een vrij volledig overzicht van Mevrouw Bosboom's leven en werkzaamheid tot Potgieter's overlijden; alsook een inzicht in haar karakter.
Zoo volgt hier allereerst, eenigszins gewijzigd en uitgebreid, het overzicht, dat ik in het Septembernummer van ‘de Gids’ 1912 leverde van de vaak lange brieven van 1838 tot '42.
De latere brieven - van 1845 tot '74 - worden eveneens slechts in fragment gegeven; waar noodig een kort overzicht.
De antwoorden op al deze brieven, vol vragen en klachten soms, opmerkingen en ontboezemingen zijn, helaas, nagenoeg alle vernietigd. Uit den toon echter vol vertrouwen, met dankbetuigingen voor genoten hulp of gastvrijheid, uit den geheelen inhoud wordt men gewaar, welk een oprecht vriend en