Mulder, H.A.
Hendrik Adolph Mulder, Nederlands dichter en essayist (Zaamslag 19.7.1906 – Grahamstad, Zuid-Afrika 3.5.1949). Mulder schreef onder het pseudoniem Willem Hessels poëzie.
Mulder studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij behoorde tot de jonge dichters die rond 1930 bij het tijdschrift Opwaartsche Wegen de Jong-Protestantse groep vormden. In 1934 emigreerde hij naar Zuid-Afrika, waar hij als criticus en mederedacteur van het tijdschrift Standpunte een belangrijke rol vervulde in het literaire leven en samenwerkte met N.P. van Wijk Louw.
Tijdens WOII verzorgde hij samen met Jan Greshoff de Nederlandse Boekerij-reeks. Van 1946 tot 1949 was hij lector Nederlandse letterkunde aan de Rhodes University in Grahamstad.
Zijn gedichten bleef hij op enkele uitzonderingen na in het Nederlands schrijven. Voor zijn kritieken en essays over Afrikaanse en Nederlandse literatuur bediende hij zich vooral van het Afrikaans.
Zijn verzamelde gedichten in Con Sordino (1949) bevatten verzen in mijmerende stemming, waarin dromen van een onvervulbaar verlangen naar ontsnapping uit een grijs en gekweld bestaan de hoofdthema’s zijn. Het is poëzie met de gedempte stem van een kwetsbaar mens, bewust van vergankelijkheid en verlangend naar ‘Gods zuivere lucht’. Vanaf 1934 komen daar thema’s bij uit Zuid-Afrika, waarvan het landschap met z’n ‘held’re, harde uitzicht’ wordt gecontrasteerd met het ‘verre land’ dat hij verliet. Zijn laatste verzen krijgen een steeds somberder en gekwelder toon.
Een bloemlezing uit zijn poëzie verscheen onder de titel Gedichten, een kleine keuze (1984).