Literatuur:
BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; B. Bakker en W. Gijsen, ‘’ Ik ben er niet. Ik ben er nooit geweest’. Praten met Neeltje Maria Min’, in: Maatstaf 14 (1966) 3, p. 195-207; F.C. Maatje en J. Roukema, ‘Voor wie ik liefheb, wil ik heten. Van structuuranalyse naar interpretatie, of andersom?’, in: Spiegel der Letteren 18 (1977) 3-4, p. 228-252; F.C. Maatje, J. Roukema en A. Geurts, ‘Voor wie ik liefheb, wil ik heten. Een receptieverslag’, in: Spiegel der Letteren 21 (1979) 2, p. 114-124; J. Delsing, ‘Tekstlinguïstiek en literatuurwetenschap. Over topic-commentrelaties in Neeltje Maria Mins ‘Voor wie ik liefheb, wil ik heten’’, in: Spiegel der Letteren 23 (1981) 3, p. 168-194; M. Meijer. De lust tot lezen. Nederlandse dichteressen en het literaire systeem (1988), p. 107-172; A. Reitsma, ‘Een droom van glas. Over de poëzie van Neeltje Maria Min’, in: Ons Erfdeel 34 (1991) 5, p. 653-662; A. van Dis, ‘Bergen is begeren. Adriaan van Dis over Neeltje Maria Min’, in: N.M. Min en A. van Dis. Hier scheen geluk bereikbaar. Schrijvers over Bergen (2001), p. 163-177.
H. Bekkering en G.J. van Bork
[Ingrijpend gewijzigd, maart 2009]