Mendels, Josepha
Josepha Judica Mendels, Nederlands prozaschrijfster (Groningen 18.7.1902 – Eindhoven 10.9.1995). Mendels werd orthodox-joods opgevoed en volgde een opleiding tot onderwijzeres. Korte tijd werkte ze ook in het onderwijs, maar vervolgens werd ze directrice van een opvoedingscentrum voor joodse meisjes in Den Haag. In 1936 vertrok ze naar Parijs als freelance journaliste. Bij het uitbreken van WOII vluchtte ze via Spanje naar Londen, waar ze werkte voor de pers- en radiodienst van de Nederlandse regering in ballingschap. Na de oorlog keerde ze terug naar Parijs en werkte daar voor de persdienst van de Nederlandse ambassade.
Tussen 1940 en 1942 schreef ze Rolien en Ralien, waarmee ze in 1947 zou debuteren. Het is de roman over een meisje dat beheerst wordt door een tweede ‘ik’, Ralien, die tot op zekere hoogte haar doen en laten dicteert. Vanuit Parijs bleef ze journalistiek actief voor Elseviers Weekblad, Het Parool, de Nieuwe Rotterdamse Courant en Vrij Nederland. Vanwege haar onafhankelijke en openhartige stellingname, met name over vrouwelijke seksualiteit, werd ze gezien als een voorloopster van het feminisme van de zeventiger jaren.
Haar oorlogservaringen en de deportatie van haar familie beschreef ze in Je wist het toch… (1948). In 1950 verscheen de roman Als wind en rook die bekroond werd met de Vijverbergprijs van de Jan Campertstichting. Veel van het werk van Mendels heeft een autobiografische grondslag. Personages zijn herkenbaar als familieleden of vrienden en vriendinnen.
Behalve romans schreef Mendels ook verhalen, zoals in Welkom in dit leven: verhalen (1981). Haar voorkeur voor toneel spreekt niet alleen uit haar wens om actrice te worden, maar ook uit het door haar geschreven toneelstuk Breng de bessen, Berthe (1957), dat ongepubliceerd bleef maar wel werd bekroond door de gemeente Amsterdam. Samen met Anna Blaman werkte ze aan een roman die echter nooit voltooid werd, maar waarvan vier hoofdstukken werden gepubliceerd in het nagelaten proza van Anna Blaman.
Het werk van Mendels is lichtvoetig en fragmentarisch. Het verraad een voorkeur voor speels taalgebruik dat in hoge mate intuïtief wordt aangewend.
In 1964 werd Josepha Mendels benoemd tot ‘Chevalier dans l’ordre des Palmes Académiques’ vanwege haar verdiensten voor de Franse cultuur. In 1982 werd ze Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Voor haar gehele oeuvre werd haar in 1985 de Anna Bijnsprijs toegekend.