Martens, Gaston Marie
Vlaams proza- en toneelschrijver (Zulte 24.4.1883 – Deinze 10.5.1967). Martens was brouwer, sportman (wielrenner) en beeldhouwer. Na een verblijf aan de Franse Rivièra vestigde hij zich opnieuw in Vlaanderen (Deurle).
Martens debuteerde met de novelle De held derFransche ronde (1915), maar hij zou vooral bekend worden als toneelschrijver. Met toneel debuteerde hij tijdens WOI met het stuk Wereldvrede (1916). Daarna volgde een groot aantal stukken die vaak geïnspireerd zijn op zijn geboortestreek (de Leie). Daarin spelen allerlei schilderachtige typen, sprekend in de taal van die streek, een centrale rol. Het realisme van zijn toneelstukken wordt afgewisseld met spot of met poëtische fragmenten, zoals in De zot (1918). In andere stukken overheerst het burleske, groteske of karikaturale, zoals in Prochievrijers (1921), De groote neuzen (1926) en Het dorp der mirakelen (1947).
Van dat laatste stuk verscheen ook een romanversie in 1958. Het meest succesvol was Paradijsvogels (1934), dat onder meer in Parijs en de Verenigde Staten werd opgevoerd en waarvan een verfilming gemaakt werd onder de titel Les gueux au paradis (1945). Ook dit stuk bewerkte Martens tot roman. Paradijsvogels is ook de titel van een TV-spel (1980) dat gebaseerd is op een aantal van Martens toneelspelen. Na zijn overlijden werden prozateksten van Martens, samen met die van anderen, opgenomen in de Gulle lach omnibus (1971, 1981). Twee keer kreeg Martens de Vlaamse Staatsprijs voor toneelletterkunde: in 1921 en in 1933.