Loveling, Virginie
Marie Virginie Loveling, Vlaams schrijfster (Nevele 17.5.1836 – Nevele 1.12.1923). Virginie is de zuster van Rosalie Loveling en de tante van Cyriel Buysse. Na de dood van haar vader in 1846 woonde de familie jarenlang in de stad Gent. Hier kwamen zij in contact met intellectuele franssprekenden met uitgesproken liberale en antiklerikale opvattingen. Samen met haar zuster debuteerde Virginie met Gedichten (1870). Het zijn realistische, observerende gedichten in Biedermeiersfeer. Die poëzie – eerder verschenen in het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje en in boekvorm herhaaldelijk herdrukt – werd lovend besproken door verschillende critici, zoals Potgieter, Busken Huet, Max Rooses en Karel van de Woestijne. Daarna publiceerden de zusters Loveling nog twee bundels novellen en schetsen, Novellen (1874) en Nieuwe novellen (1876), die enerzijds het landelijke milieu en zijn bewoners en anderzijds de stedelijke burgerij tot onderwerp hebben. Qua sfeer en uitwerking sluit dit proza aan bij het werk van H.Chr. Andersen en Klaus Groth.
Na het overlijden van haar zuster in 1875 legde Virginie Loveling zich voornamelijk toe op het schrijven van novellen en romans, waarin het tijdsklimaat op een pregnante manier wordt beschreven. Zo komen in de politieke schetsen van In onze Vlaamsche gewesten (1877, eerst gepubliceerd onder het pseudoniem W.G.E. Walter) haar opvattingen over liberalisme en antiklerikalisme aan bod, en behandelt de roman Sophie (2 dln, 1885) een geloofscrisis tijdens de turbulente jaren van de schoolstrijd. Officiële erkenning kreeg ze met Een dure eed (1891), een roman waarvoor ze de Vijfjaarlijkse prijs voor Nederlandse letterkunde kreeg. Het boek beschrijft het gewetensprobleem van de vondelinge Reine: is zij, na de dood van haar verloofde Filip, nog gebonden aan haar gelofte van eeuwige trouw?
Terwijl de vorige roman nog door een happy-ending wordt gekenmerkt, treedt vanaf de novelle Meesterschap (1898) een meer pessimistische visie op de voorgrond. De daarop volgende romans zijn beïnvloed door het naturalisme en worden gekenmerkt door karakterontleding, erfelijkheid en noodlot. De twistappel (1904) behandelt problemen van godsdienst en huwelijk: een vrijzinnige fabrieksdirecteur, vader van een ongedoopte zoon, hertrouwt met zijn diepgelovige schoonzus. In Erfelijk belast (1905) komt, zoals de titel al aangeeft, vooral het probleem van de erfelijkheid aan bod. In Een revolverschot (1911) staat de noodlottige liefde van twee zusters voor dezelfde man centraal. Waanzin en moord leiden hier tot een fatale afloop.
Virginie Loveling verwierf ook naam als schrijfster van kinderboeken en essays (onder meer over folklore). Samen met Cyriel Buysse schreef ze Levensleer (1912), een humoristische roman over de verfranste Gentse bourgeoisie. Ze beheerste vele talen (Duits, Frans, Italiaans) en reisde veel, onder meer met de welgestelde familie Deurwaerder-Fobe naar Frankrijk en Italië. Van deze familie erfde ze een grote som geld die haar in staat stelde om een maandenlange reis naar Australië te maken.
Bij het uitbreken van WOI begon ze een oorlogsdagboek bij te houden waarin ze de gruwelen beschreef van het optreden van de Duitsers tegen Belgische burgers. Onder de titel In oorlogsnood (1999) verzorgden L. Stynen en S. van Peteghem een uitgave van dit dagboek. In 2005 verscheen daarvan een leeseditie voor een groter publiek.
Eerder al had A. van Elslander in Herinneringen (1967) een bloemlezing samengesteld uit haar egodocumenten voor de Vlaamse pocketreeks. Voor de reeks Poëtisch Erfdeel der Nederlanden stelde hij de bloemlezing Niets is ons onbeduidend (1973) samen. Van haar roman Sophie verscheen in 1999 een heruitgave door S. Engels met een inleiding door D. Vanacker.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; A. de Cock. Virginie Loveling (1892); A.W. Stellwagen. Virginie Loveling (1896); H. Piette. Les soeurs Loveling. Rosalie et Virginie. Deux grandes figures féminines des lettres flamandes (1942); L. Baekelmans, ‘Virginie Loveling’, in: Jaarboek Kon. Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde (1942), p. 35-47; A. van Elslander. De ‘biografie’ van Virginie Loveling (1963); J. Luyssaert (red.). Confrontaties met Virginie Loveling (1974); L. Stynen. Rosalie en Virginie. Leven en werk van de gezusters Loveling (1997); S. Engels (ed.), ‘Virginie Loveling. ‘’Sophie’, een geannoteerde uitgave van de correspondentie’, in: Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap 13 (1997), p. 135-295.
D. de Geest en G.J. van Bork
[Aangevuld, maart 2008]